Dutch example sentences with "beter"

Learn how to use beter in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Je kunt maar beter een tijdje gaan slapen.

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

U kunt maar beter weggaan.

Belegen kaas is geschikt als je een korstje op de ovenschotel wilt, maar als de kaas alleen moet smelten, kun je beter jonge kaas gebruiken.

Wat ik ook doe, zij zegt dat ik het beter had kunnen doen.

Ik denk dat je je maar beter netjes kunt gedragen.

Wat ik ook doe, zij zegt dat ik het beter kan.

Beter een half ei dan een lege dop.

Beter een goede buur dan een verre vriend.

Tony spreekt beter Engels dan ik.

Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.

Jij en ik weten natuurlijk wel beter dan dat je verkouden zou worden door zonder jas naar buiten te gaan, maar je zult ze de kost moeten geven die denken dat dat wel zo is.

Ik heb geen idee, ik ben niet zo thuis in dat soort zaken. Dat kun je beter aan die meneer daar vragen.

Het is veel beter wakker te worden van de vogels dan van de wekker.

Vertel me welke van de twee camera's beter is.

Ik hoop dat het snel beter met u gaat.

Het is beter rijk te leven, dan rijk te sterven.

Soms is het beter niet te veel te zeggen.

Je kan beter niet weggaan, nadat het donker geworden is.

Het zou beter zijn als u met me meekomt.

Let alsjeblieft beter op in de toekomst.

Je kan het beter niet zeggen.

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.

Beter laat dan nooit.

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Beter voorkomen dan genezen.

Hij voelt zich een stuk beter vandaag.

Je kan beter zelf gaan.

Iets is beter dan niets.

Fictieromans verkopen beter dan realiteit. In feite verkoopt realiteit helemaal niet.

Je moet beter letten op wat hij zegt.

U zou beter wat voorzichtiger zijn.

Beter iets dan niets.

Voelt ge u beter vandaag?

Hij moest beter weten dan ruzie te maken met zo iemand.

Om een taal beter te gebruiken, en om ze beter te verstaan, moet men nieuwe woorden leren.

Om een taal beter te gebruiken, en om ze beter te verstaan, moet men nieuwe woorden leren.

We zouden hier beter niet langer blijven.

De appels van onze eigen boom smaken veel beter dan de bespoten appels uit de supermarkt.

Je grammatica is beter dan je adem!

Hoe meer, hoe beter.

Volgens mij zijn alle mensen goed, maar sommigen zijn beter dan anderen.

Pas in het vervolg beter op je geld.

Ik hoop dat je met een beter plan komt.

Indien de leerling beter zijn les kende, zou de leraar hem niet straffen.

Beter een goeie buur dan een verre vriend.

Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald.

Beter deugd zonder goud, dan goud zonder eer.

Beter brood zonder boter dan taart zonder vrijheid.

Zweten is beter dan bibberen.

Beter ongezouten dan met te veel zout.

Het is beter terug te keren, dan te verdwalen.

Beter goed brood zonder boter, dan zoete koek zonder vrijheid.

Beter een mens zonder geld, dan geld zonder een mens.

Beter is een vijand van goed.

Het is beter om een kaars aan te steken, dan het donker te verwensen.

Beter benijd dan beschreid.

Door elkaar te corrigeren worden wij allen beter in Esperanto.

We riepen haar beter op te letten.

In alle geval kunt ge beter gehoorzamen aan uw ouders.

Het zou beter zijn voor u als ge met hem zoudt spreken.

Beter niets doen, dan een fout te maken.

Beter weinig winnen dan veel verliezen.

Buigen is beter dan barsten.

Beter zweten dan bibberen.

Beter geluk en vrede, dan de grootste rijkdom.

Deze is beter.

Dat is beter.

Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.

Uw pen is beter dan de mijne.

Ge zoudt beter slapen.

Van deze twee meningen vind ik de tweede beter dan de eerste.

Het is beter.

Wie begonnen is met koken, loopt beter niet weg van het vuur.

Ge zoudt beter een dokter raadplegen.

Ik voel mij al veel beter.

Ik hoop dat je met een beter plan voor de dag komt.

Ik zou beter niet uitgaan vanavond.

Hij eiste een beter ereloon.

Iedereen streeft naar een beter leven.

Haar gezondheidstoestand is al veel beter dan gisteren.

Hij is beter dan ik in wiskunde.

Het is beter daar niet naartoe te gaan.

Ik zou u beter willen leren kennen.

Het is beter weer dan gisteren.

Deze computer is beter dan die.

Hoe eerder je het doet des te beter het is.

Ik weet niet wat te zeggen opdat je je beter zou voelen.

Dat huis is veel beter dan dit.

Ge kunt beter niet over het incident spreken met de vader.

Beter gehaat worden om wat men is, dan geliefd om wat men niet is.

Ik zou beter aan mijn werkstuk werken.

Ge zoudt beter dadelijk beginnen.

Hoe vroeger, hoe beter.

Haar fiets is beter dan de mijne.

Beter een vogel in de hand, dan tien in de lucht.

Ge moet uw zieke moeder beter verzorgen.

Ze spreekt beter Engels dan elk van haar klasgenoten.

Voorkomen is beter dan genezen.

Het is beter de tijd te nemen voor dit werk, dan u te haasten en fouten te maken.

Het is beter als je weggaat.

Also check out the following words: verhaal, ander, gelezen, Majoeko, vreemd, bedrijf, chemische, fabriek, bouwen, ervan.