zegelen | conjugaison

'zegelen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou zegelen
jij zou zegelen
hij zou zegelen
wij zouden zegelen
jullie zouden zegelen
zij zouden zegelen
ik zou gezegeld hebben
jij zou gezegeld hebben
hij zou gezegeld hebben
wij zouden gezegeld hebben
jullie zouden gezegeld hebben
zij zouden gezegeld hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik zegel
jij zegelt
hij zegelt
wij zegelen
jullie zegelen
zij zegelen
ik heb gezegeld
jij hebt gezegeld
hij heeft gezegeld
wij hebben gezegeld
jullie hebben gezegeld
zij hebben gezegeld
ik zegelde
jij zegelde
hij zegelde
wij zegelden
jullie zegelden
zij zegelden
ik had gezegeld
jij had gezegeld
hij had gezegeld
wij hadden gezegeld
jullie hadden gezegeld
zij hadden gezegeld
ik zal zegelen
jij zult zegelen
hij zal zegelen
wij zullen zegelen
jullie zullen zegelen
zij zullen zegelen
ik zal gezegeld hebben
jij zult gezegeld hebben
hij zal gezegeld hebben
wij zullen gezegeld hebben
jullie zullen gezegeld hebben
zij zullen gezegeld hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij zegel

Traduction

Traduisez sans effort zegelen en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais