'vermogen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou vermogen |
jij | zou vermogen |
hij | zou vermogen |
wij | zouden vermogen |
jullie | zouden vermogen |
zij | zouden vermogen |
ik | zou vermoogd; vermogen hebben |
jij | zou vermoogd; vermogen hebben |
hij | zou vermoogd; vermogen hebben |
wij | zouden vermoogd; vermogen hebben |
jullie | zouden vermoogd; vermogen hebben |
zij | zouden vermoogd; vermogen hebben |
ik | vermag |
jij | vermag |
hij | vermag |
wij | vermogen |
jullie | vermogen |
zij | vermogen |
ik | heb vermoogd; vermogen |
jij | hebt vermoogd; vermogen |
hij | heeft vermoogd; vermogen |
wij | hebben vermoogd; vermogen |
jullie | hebben vermoogd; vermogen |
zij | hebben vermoogd; vermogen |
ik | vermocht |
jij | vermocht |
hij | vermocht |
wij | vermochten |
jullie | vermochten |
zij | vermochten |
ik | had vermoogd; vermogen |
jij | had vermoogd; vermogen |
hij | had vermoogd; vermogen |
wij | hadden vermoogd; vermogen |
jullie | hadden vermoogd; vermogen |
zij | hadden vermoogd; vermogen |
ik | zal vermogen |
jij | zult vermogen |
hij | zal vermogen |
wij | zullen vermogen |
jullie | zullen vermogen |
zij | zullen vermogen |
ik | zal vermoogd; vermogen hebben |
jij | zult vermoogd; vermogen hebben |
hij | zal vermoogd; vermogen hebben |
wij | zullen vermoogd; vermogen hebben |
jullie | zullen vermoogd; vermogen hebben |
zij | zullen vermoogd; vermogen hebben |
jij | vermag |