vaccineren | conjugaison

'vaccineren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou vaccineren
jij zou vaccineren
hij zou vaccineren
wij zouden vaccineren
jullie zouden vaccineren
zij zouden vaccineren
ik zou gevaccineerd hebben
jij zou gevaccineerd hebben
hij zou gevaccineerd hebben
wij zouden gevaccineerd hebben
jullie zouden gevaccineerd hebben
zij zouden gevaccineerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik vaccineer
jij vaccineert
hij vaccineert
wij vaccineren
jullie vaccineren
zij vaccineren
ik heb gevaccineerd
jij hebt gevaccineerd
hij heeft gevaccineerd
wij hebben gevaccineerd
jullie hebben gevaccineerd
zij hebben gevaccineerd
ik vaccineerde
jij vaccineerde
hij vaccineerde
wij vaccineerden
jullie vaccineerden
zij vaccineerden
ik had gevaccineerd
jij had gevaccineerd
hij had gevaccineerd
wij hadden gevaccineerd
jullie hadden gevaccineerd
zij hadden gevaccineerd
ik zal vaccineren
jij zult vaccineren
hij zal vaccineren
wij zullen vaccineren
jullie zullen vaccineren
zij zullen vaccineren
ik zal gevaccineerd hebben
jij zult gevaccineerd hebben
hij zal gevaccineerd hebben
wij zullen gevaccineerd hebben
jullie zullen gevaccineerd hebben
zij zullen gevaccineerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij vaccineer

Traduction

Traduisez sans effort vaccineren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais