unificeren | conjugaison

'unificeren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou unificeren
jij zou unificeren
hij zou unificeren
wij zouden unificeren
jullie zouden unificeren
zij zouden unificeren
ik zou geünificeerd hebben
jij zou geünificeerd hebben
hij zou geünificeerd hebben
wij zouden geünificeerd hebben
jullie zouden geünificeerd hebben
zij zouden geünificeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik unificeer
jij unificeert
hij unificeert
wij unificeren
jullie unificeren
zij unificeren
ik heb geünificeerd
jij hebt geünificeerd
hij heeft geünificeerd
wij hebben geünificeerd
jullie hebben geünificeerd
zij hebben geünificeerd
ik unificeerde
jij unificeerde
hij unificeerde
wij unificeerden
jullie unificeerden
zij unificeerden
ik had geünificeerd
jij had geünificeerd
hij had geünificeerd
wij hadden geünificeerd
jullie hadden geünificeerd
zij hadden geünificeerd
ik zal unificeren
jij zult unificeren
hij zal unificeren
wij zullen unificeren
jullie zullen unificeren
zij zullen unificeren
ik zal geünificeerd hebben
jij zult geünificeerd hebben
hij zal geünificeerd hebben
wij zullen geünificeerd hebben
jullie zullen geünificeerd hebben
zij zullen geünificeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij unificeer

Traduction

Traduisez sans effort unificeren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais