'schoolmeesteren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou schoolmeesteren |
jij | zou schoolmeesteren |
hij | zou schoolmeesteren |
wij | zouden schoolmeesteren |
jullie | zouden schoolmeesteren |
zij | zouden schoolmeesteren |
ik | zou geschoolmeesterd hebben |
jij | zou geschoolmeesterd hebben |
hij | zou geschoolmeesterd hebben |
wij | zouden geschoolmeesterd hebben |
jullie | zouden geschoolmeesterd hebben |
zij | zouden geschoolmeesterd hebben |
ik | schoolmeester |
jij | schoolmeestert |
hij | schoolmeestert |
wij | schoolmeesteren |
jullie | schoolmeesteren |
zij | schoolmeesteren |
ik | heb geschoolmeesterd |
jij | hebt geschoolmeesterd |
hij | heeft geschoolmeesterd |
wij | hebben geschoolmeesterd |
jullie | hebben geschoolmeesterd |
zij | hebben geschoolmeesterd |
ik | schoolmeesterde |
jij | schoolmeesterde |
hij | schoolmeesterde |
wij | schoolmeesterden |
jullie | schoolmeesterden |
zij | schoolmeesterden |
ik | had geschoolmeesterd |
jij | had geschoolmeesterd |
hij | had geschoolmeesterd |
wij | hadden geschoolmeesterd |
jullie | hadden geschoolmeesterd |
zij | hadden geschoolmeesterd |
ik | zal schoolmeesteren |
jij | zult schoolmeesteren |
hij | zal schoolmeesteren |
wij | zullen schoolmeesteren |
jullie | zullen schoolmeesteren |
zij | zullen schoolmeesteren |
ik | zal geschoolmeesterd hebben |
jij | zult geschoolmeesterd hebben |
hij | zal geschoolmeesterd hebben |
wij | zullen geschoolmeesterd hebben |
jullie | zullen geschoolmeesterd hebben |
zij | zullen geschoolmeesterd hebben |
jij | schoolmeester |