recapituleren | conjugaison

'recapituleren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou recapituleren
jij zou recapituleren
hij zou recapituleren
wij zouden recapituleren
jullie zouden recapituleren
zij zouden recapituleren
ik zou gerecapituleerd hebben
jij zou gerecapituleerd hebben
hij zou gerecapituleerd hebben
wij zouden gerecapituleerd hebben
jullie zouden gerecapituleerd hebben
zij zouden gerecapituleerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik recapituleer
jij recapituleert
hij recapituleert
wij recapituleren
jullie recapituleren
zij recapituleren
ik heb gerecapituleerd
jij hebt gerecapituleerd
hij heeft gerecapituleerd
wij hebben gerecapituleerd
jullie hebben gerecapituleerd
zij hebben gerecapituleerd
ik recapituleerde
jij recapituleerde
hij recapituleerde
wij recapituleerden
jullie recapituleerden
zij recapituleerden
ik had gerecapituleerd
jij had gerecapituleerd
hij had gerecapituleerd
wij hadden gerecapituleerd
jullie hadden gerecapituleerd
zij hadden gerecapituleerd
ik zal recapituleren
jij zult recapituleren
hij zal recapituleren
wij zullen recapituleren
jullie zullen recapituleren
zij zullen recapituleren
ik zal gerecapituleerd hebben
jij zult gerecapituleerd hebben
hij zal gerecapituleerd hebben
wij zullen gerecapituleerd hebben
jullie zullen gerecapituleerd hebben
zij zullen gerecapituleerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij recapituleer

Traduction

Traduisez sans effort recapituleren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais