provoceren | conjugaison

'provoceren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou provoceren
jij zou provoceren
hij zou provoceren
wij zouden provoceren
jullie zouden provoceren
zij zouden provoceren
ik zou geprovoceerd hebben
jij zou geprovoceerd hebben
hij zou geprovoceerd hebben
wij zouden geprovoceerd hebben
jullie zouden geprovoceerd hebben
zij zouden geprovoceerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik provoceer
jij provoceert
hij provoceert
wij provoceren
jullie provoceren
zij provoceren
ik heb geprovoceerd
jij hebt geprovoceerd
hij heeft geprovoceerd
wij hebben geprovoceerd
jullie hebben geprovoceerd
zij hebben geprovoceerd
ik provoceerde
jij provoceerde
hij provoceerde
wij provoceerden
jullie provoceerden
zij provoceerden
ik had geprovoceerd
jij had geprovoceerd
hij had geprovoceerd
wij hadden geprovoceerd
jullie hadden geprovoceerd
zij hadden geprovoceerd
ik zal provoceren
jij zult provoceren
hij zal provoceren
wij zullen provoceren
jullie zullen provoceren
zij zullen provoceren
ik zal geprovoceerd hebben
jij zult geprovoceerd hebben
hij zal geprovoceerd hebben
wij zullen geprovoceerd hebben
jullie zullen geprovoceerd hebben
zij zullen geprovoceerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij provoceer

Traduction

Traduisez sans effort provoceren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais