'protocolleren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou protocolleren |
jij | zou protocolleren |
hij | zou protocolleren |
wij | zouden protocolleren |
jullie | zouden protocolleren |
zij | zouden protocolleren |
ik | zou geprotocolleerd hebben |
jij | zou geprotocolleerd hebben |
hij | zou geprotocolleerd hebben |
wij | zouden geprotocolleerd hebben |
jullie | zouden geprotocolleerd hebben |
zij | zouden geprotocolleerd hebben |
ik | protocolleer |
jij | protocolleert |
hij | protocolleert |
wij | protocolleren |
jullie | protocolleren |
zij | protocolleren |
ik | heb geprotocolleerd |
jij | hebt geprotocolleerd |
hij | heeft geprotocolleerd |
wij | hebben geprotocolleerd |
jullie | hebben geprotocolleerd |
zij | hebben geprotocolleerd |
ik | protocolleerde |
jij | protocolleerde |
hij | protocolleerde |
wij | protocolleerden |
jullie | protocolleerden |
zij | protocolleerden |
ik | had geprotocolleerd |
jij | had geprotocolleerd |
hij | had geprotocolleerd |
wij | hadden geprotocolleerd |
jullie | hadden geprotocolleerd |
zij | hadden geprotocolleerd |
ik | zal protocolleren |
jij | zult protocolleren |
hij | zal protocolleren |
wij | zullen protocolleren |
jullie | zullen protocolleren |
zij | zullen protocolleren |
ik | zal geprotocolleerd hebben |
jij | zult geprotocolleerd hebben |
hij | zal geprotocolleerd hebben |
wij | zullen geprotocolleerd hebben |
jullie | zullen geprotocolleerd hebben |
zij | zullen geprotocolleerd hebben |
jij | protocolleer |