'pasteuriseren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou pasteuriseren |
jij | zou pasteuriseren |
hij | zou pasteuriseren |
wij | zouden pasteuriseren |
jullie | zouden pasteuriseren |
zij | zouden pasteuriseren |
ik | zou gepasteuriseerd hebben |
jij | zou gepasteuriseerd hebben |
hij | zou gepasteuriseerd hebben |
wij | zouden gepasteuriseerd hebben |
jullie | zouden gepasteuriseerd hebben |
zij | zouden gepasteuriseerd hebben |
ik | pasteuriseer |
jij | pasteuriseert |
hij | pasteuriseert |
wij | pasteuriseren |
jullie | pasteuriseren |
zij | pasteuriseren |
ik | heb gepasteuriseerd |
jij | hebt gepasteuriseerd |
hij | heeft gepasteuriseerd |
wij | hebben gepasteuriseerd |
jullie | hebben gepasteuriseerd |
zij | hebben gepasteuriseerd |
ik | pasteuriseerde |
jij | pasteuriseerde |
hij | pasteuriseerde |
wij | pasteuriseerden |
jullie | pasteuriseerden |
zij | pasteuriseerden |
ik | had gepasteuriseerd |
jij | had gepasteuriseerd |
hij | had gepasteuriseerd |
wij | hadden gepasteuriseerd |
jullie | hadden gepasteuriseerd |
zij | hadden gepasteuriseerd |
ik | zal pasteuriseren |
jij | zult pasteuriseren |
hij | zal pasteuriseren |
wij | zullen pasteuriseren |
jullie | zullen pasteuriseren |
zij | zullen pasteuriseren |
ik | zal gepasteuriseerd hebben |
jij | zult gepasteuriseerd hebben |
hij | zal gepasteuriseerd hebben |
wij | zullen gepasteuriseerd hebben |
jullie | zullen gepasteuriseerd hebben |
zij | zullen gepasteuriseerd hebben |
jij | pasteuriseer |