opponeren | conjugaison

'opponeren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou opponeren
jij zou opponeren
hij zou opponeren
wij zouden opponeren
jullie zouden opponeren
zij zouden opponeren
ik zou geopponeerd hebben
jij zou geopponeerd hebben
hij zou geopponeerd hebben
wij zouden geopponeerd hebben
jullie zouden geopponeerd hebben
zij zouden geopponeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik opponeer
jij opponeert
hij opponeert
wij opponeren
jullie opponeren
zij opponeren
ik heb geopponeerd
jij hebt geopponeerd
hij heeft geopponeerd
wij hebben geopponeerd
jullie hebben geopponeerd
zij hebben geopponeerd
ik opponeerde
jij opponeerde
hij opponeerde
wij opponeerden
jullie opponeerden
zij opponeerden
ik had geopponeerd
jij had geopponeerd
hij had geopponeerd
wij hadden geopponeerd
jullie hadden geopponeerd
zij hadden geopponeerd
ik zal opponeren
jij zult opponeren
hij zal opponeren
wij zullen opponeren
jullie zullen opponeren
zij zullen opponeren
ik zal geopponeerd hebben
jij zult geopponeerd hebben
hij zal geopponeerd hebben
wij zullen geopponeerd hebben
jullie zullen geopponeerd hebben
zij zullen geopponeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij opponeer

Traduction

Traduisez sans effort opponeren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais