ontzeggen | conjugaison

'ontzeggen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou ontzeggen
jij zou ontzeggen
hij zou ontzeggen
wij zouden ontzeggen
jullie zouden ontzeggen
zij zouden ontzeggen
ik zou ontzegd hebben
jij zou ontzegd hebben
hij zou ontzegd hebben
wij zouden ontzegd hebben
jullie zouden ontzegd hebben
zij zouden ontzegd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik ontzeg
jij ontzegt
hij ontzegt
wij ontzeggen
jullie ontzeggen
zij ontzeggen
ik heb ontzegd
jij hebt ontzegd
hij heeft ontzegd
wij hebben ontzegd
jullie hebben ontzegd
zij hebben ontzegd
ik ontzei; ontzegde
jij ontzei; ontzegde
hij ontzei; ontzegde
wij ontzeien; ontzegden
jullie ontzeien; ontzegden
zij ontzeien; ontzegden
ik had ontzegd
jij had ontzegd
hij had ontzegd
wij hadden ontzegd
jullie hadden ontzegd
zij hadden ontzegd
ik zal ontzeggen
jij zult ontzeggen
hij zal ontzeggen
wij zullen ontzeggen
jullie zullen ontzeggen
zij zullen ontzeggen
ik zal ontzegd hebben
jij zult ontzegd hebben
hij zal ontzegd hebben
wij zullen ontzegd hebben
jullie zullen ontzegd hebben
zij zullen ontzegd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij ontzeg

Traduction

Traduisez sans effort ontzeggen en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais