ontmaskeren | conjugaison

'ontmaskeren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou ontmaskeren
jij zou ontmaskeren
hij zou ontmaskeren
wij zouden ontmaskeren
jullie zouden ontmaskeren
zij zouden ontmaskeren
ik zou ontmaskeerd hebben
jij zou ontmaskeerd hebben
hij zou ontmaskeerd hebben
wij zouden ontmaskeerd hebben
jullie zouden ontmaskeerd hebben
zij zouden ontmaskeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik ontmaskeer
jij ontmaskeert
hij ontmaskeert
wij ontmaskeren
jullie ontmaskeren
zij ontmaskeren
ik heb ontmaskeerd
jij hebt ontmaskeerd
hij heeft ontmaskeerd
wij hebben ontmaskeerd
jullie hebben ontmaskeerd
zij hebben ontmaskeerd
ik ontmaskeerde
jij ontmaskeerde
hij ontmaskeerde
wij ontmaskeerden
jullie ontmaskeerden
zij ontmaskeerden
ik had ontmaskeerd
jij had ontmaskeerd
hij had ontmaskeerd
wij hadden ontmaskeerd
jullie hadden ontmaskeerd
zij hadden ontmaskeerd
ik zal ontmaskeren
jij zult ontmaskeren
hij zal ontmaskeren
wij zullen ontmaskeren
jullie zullen ontmaskeren
zij zullen ontmaskeren
ik zal ontmaskeerd hebben
jij zult ontmaskeerd hebben
hij zal ontmaskeerd hebben
wij zullen ontmaskeerd hebben
jullie zullen ontmaskeerd hebben
zij zullen ontmaskeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij ontmaskeer

Traduction

Traduisez sans effort ontmaskeren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais