'instrumenteren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou instrumenteren |
jij | zou instrumenteren |
hij | zou instrumenteren |
wij | zouden instrumenteren |
jullie | zouden instrumenteren |
zij | zouden instrumenteren |
ik | zou geïnstrumenteerd hebben |
jij | zou geïnstrumenteerd hebben |
hij | zou geïnstrumenteerd hebben |
wij | zouden geïnstrumenteerd hebben |
jullie | zouden geïnstrumenteerd hebben |
zij | zouden geïnstrumenteerd hebben |
ik | instrumenteer |
jij | instrumenteert |
hij | instrumenteert |
wij | instrumenteren |
jullie | instrumenteren |
zij | instrumenteren |
ik | heb geïnstrumenteerd |
jij | hebt geïnstrumenteerd |
hij | heeft geïnstrumenteerd |
wij | hebben geïnstrumenteerd |
jullie | hebben geïnstrumenteerd |
zij | hebben geïnstrumenteerd |
ik | instrumenteerde |
jij | instrumenteerde |
hij | instrumenteerde |
wij | instrumenteerden |
jullie | instrumenteerden |
zij | instrumenteerden |
ik | had geïnstrumenteerd |
jij | had geïnstrumenteerd |
hij | had geïnstrumenteerd |
wij | hadden geïnstrumenteerd |
jullie | hadden geïnstrumenteerd |
zij | hadden geïnstrumenteerd |
ik | zal instrumenteren |
jij | zult instrumenteren |
hij | zal instrumenteren |
wij | zullen instrumenteren |
jullie | zullen instrumenteren |
zij | zullen instrumenteren |
ik | zal geïnstrumenteerd hebben |
jij | zult geïnstrumenteerd hebben |
hij | zal geïnstrumenteerd hebben |
wij | zullen geïnstrumenteerd hebben |
jullie | zullen geïnstrumenteerd hebben |
zij | zullen geïnstrumenteerd hebben |
jij | instrumenteer |