equiperen | conjugaison

'equiperen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou equiperen
jij zou equiperen
hij zou equiperen
wij zouden equiperen
jullie zouden equiperen
zij zouden equiperen
ik zou geëquipeerd hebben
jij zou geëquipeerd hebben
hij zou geëquipeerd hebben
wij zouden geëquipeerd hebben
jullie zouden geëquipeerd hebben
zij zouden geëquipeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik equipeer
jij equipeert
hij equipeert
wij equiperen
jullie equiperen
zij equiperen
ik heb geëquipeerd
jij hebt geëquipeerd
hij heeft geëquipeerd
wij hebben geëquipeerd
jullie hebben geëquipeerd
zij hebben geëquipeerd
ik equipeerde
jij equipeerde
hij equipeerde
wij equipeerden
jullie equipeerden
zij equipeerden
ik had geëquipeerd
jij had geëquipeerd
hij had geëquipeerd
wij hadden geëquipeerd
jullie hadden geëquipeerd
zij hadden geëquipeerd
ik zal equiperen
jij zult equiperen
hij zal equiperen
wij zullen equiperen
jullie zullen equiperen
zij zullen equiperen
ik zal geëquipeerd hebben
jij zult geëquipeerd hebben
hij zal geëquipeerd hebben
wij zullen geëquipeerd hebben
jullie zullen geëquipeerd hebben
zij zullen geëquipeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij equipeer

Traduction

Traduisez sans effort equiperen en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais