delegeren | conjugaison

'delegeren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou delegeren
jij zou delegeren
hij zou delegeren
wij zouden delegeren
jullie zouden delegeren
zij zouden delegeren
ik zou gedelegeerd hebben
jij zou gedelegeerd hebben
hij zou gedelegeerd hebben
wij zouden gedelegeerd hebben
jullie zouden gedelegeerd hebben
zij zouden gedelegeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik delegeer
jij delegeert
hij delegeert
wij delegeren
jullie delegeren
zij delegeren
ik heb gedelegeerd
jij hebt gedelegeerd
hij heeft gedelegeerd
wij hebben gedelegeerd
jullie hebben gedelegeerd
zij hebben gedelegeerd
ik delegeerde
jij delegeerde
hij delegeerde
wij delegeerden
jullie delegeerden
zij delegeerden
ik had gedelegeerd
jij had gedelegeerd
hij had gedelegeerd
wij hadden gedelegeerd
jullie hadden gedelegeerd
zij hadden gedelegeerd
ik zal delegeren
jij zult delegeren
hij zal delegeren
wij zullen delegeren
jullie zullen delegeren
zij zullen delegeren
ik zal gedelegeerd hebben
jij zult gedelegeerd hebben
hij zal gedelegeerd hebben
wij zullen gedelegeerd hebben
jullie zullen gedelegeerd hebben
zij zullen gedelegeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij delegeer

Traduction

Traduisez sans effort delegeren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais