coifferen | conjugaison

'coifferen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou coifferen
jij zou coifferen
hij zou coifferen
wij zouden coifferen
jullie zouden coifferen
zij zouden coifferen
ik zou gecoiffeerd hebben
jij zou gecoiffeerd hebben
hij zou gecoiffeerd hebben
wij zouden gecoiffeerd hebben
jullie zouden gecoiffeerd hebben
zij zouden gecoiffeerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik coiffeer
jij coiffeert
hij coiffeert
wij coifferen
jullie coifferen
zij coifferen
ik heb gecoiffeerd
jij hebt gecoiffeerd
hij heeft gecoiffeerd
wij hebben gecoiffeerd
jullie hebben gecoiffeerd
zij hebben gecoiffeerd
ik coiffeerde
jij coiffeerde
hij coiffeerde
wij coiffeerden
jullie coiffeerden
zij coiffeerden
ik had gecoiffeerd
jij had gecoiffeerd
hij had gecoiffeerd
wij hadden gecoiffeerd
jullie hadden gecoiffeerd
zij hadden gecoiffeerd
ik zal coifferen
jij zult coifferen
hij zal coifferen
wij zullen coifferen
jullie zullen coifferen
zij zullen coifferen
ik zal gecoiffeerd hebben
jij zult gecoiffeerd hebben
hij zal gecoiffeerd hebben
wij zullen gecoiffeerd hebben
jullie zullen gecoiffeerd hebben
zij zullen gecoiffeerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij coiffeer

Traduction

Traduisez sans effort coifferen en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais