'bijeenscharrelen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou bijeenscharrelen |
jij | zou bijeenscharrelen |
hij | zou bijeenscharrelen |
wij | zouden bijeenscharrelen |
jullie | zouden bijeenscharrelen |
zij | zouden bijeenscharrelen |
ik | zou bijeengescharreld hebben |
jij | zou bijeengescharreld hebben |
hij | zou bijeengescharreld hebben |
wij | zouden bijeengescharreld hebben |
jullie | zouden bijeengescharreld hebben |
zij | zouden bijeengescharreld hebben |
ik | scharrel bijeen |
jij | scharrelt bijeen |
hij | scharrelt bijeen |
wij | scharrelen bijeen |
jullie | scharrelen bijeen |
zij | scharrelen bijeen |
ik | heb bijeengescharreld |
jij | hebt bijeengescharreld |
hij | heeft bijeengescharreld |
wij | hebben bijeengescharreld |
jullie | hebben bijeengescharreld |
zij | hebben bijeengescharreld |
ik | scharrelde bijeen |
jij | scharrelde bijeen |
hij | scharrelde bijeen |
wij | scharrelden bijeen |
jullie | scharrelden bijeen |
zij | scharrelden bijeen |
ik | had bijeengescharreld |
jij | had bijeengescharreld |
hij | had bijeengescharreld |
wij | hadden bijeengescharreld |
jullie | hadden bijeengescharreld |
zij | hadden bijeengescharreld |
ik | zal bijeenscharrelen |
jij | zult bijeenscharrelen |
hij | zal bijeenscharrelen |
wij | zullen bijeenscharrelen |
jullie | zullen bijeenscharrelen |
zij | zullen bijeenscharrelen |
ik | zal bijeengescharreld hebben |
jij | zult bijeengescharreld hebben |
hij | zal bijeengescharreld hebben |
wij | zullen bijeengescharreld hebben |
jullie | zullen bijeengescharreld hebben |
zij | zullen bijeengescharreld hebben |
jij | scharrel bijeen |