absolveren | conjugaison

'absolveren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou absolveren
jij zou absolveren
hij zou absolveren
wij zouden absolveren
jullie zouden absolveren
zij zouden absolveren
ik zou geabsolveerd hebben
jij zou geabsolveerd hebben
hij zou geabsolveerd hebben
wij zouden geabsolveerd hebben
jullie zouden geabsolveerd hebben
zij zouden geabsolveerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik absolveer
jij absolveert
hij absolveert
wij absolveren
jullie absolveren
zij absolveren
ik heb geabsolveerd
jij hebt geabsolveerd
hij heeft geabsolveerd
wij hebben geabsolveerd
jullie hebben geabsolveerd
zij hebben geabsolveerd
ik absolveerde
jij absolveerde
hij absolveerde
wij absolveerden
jullie absolveerden
zij absolveerden
ik had geabsolveerd
jij had geabsolveerd
hij had geabsolveerd
wij hadden geabsolveerd
jullie hadden geabsolveerd
zij hadden geabsolveerd
ik zal absolveren
jij zult absolveren
hij zal absolveren
wij zullen absolveren
jullie zullen absolveren
zij zullen absolveren
ik zal geabsolveerd hebben
jij zult geabsolveerd hebben
hij zal geabsolveerd hebben
wij zullen geabsolveerd hebben
jullie zullen geabsolveerd hebben
zij zullen geabsolveerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij absolveer

Traduction

Traduisez sans effort absolveren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais