Dutch example sentences with "woonde"

Learn how to use woonde in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Een jaar of twaalf, vijftien geleden woonde in de stad, in een particulier huis aan de hoofdstraat, ambtenaar Gromov, een betrouwbaar en vermogend man.

De ondervoorzitter woonde de ceremonie bij in plaats van de voorzitter.

Hij woonde daar helemaal alleen.

Hij woonde in Londen toen de oorlog uitbrak.

In welk huis woonde je?

Bell woonde vroeger in Londen, of niet?

Waarom woonde je in Kyoto vorig jaar?

Hij woonde naast zijn oom.

Vorig jaar woonde ik in New York.

Hoe lang woonde je in Kobe?

Toen ik in Londen woonde, werkte ik bij een bank.

Hij vroeg me waar mijn oom woonde.

"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."

"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."

Ik woonde drie jaar in Brazilië.

Hij woonde zowel in de stad als op het platteland.

Hij woonde in Engeland toen de oorlog uitbrak.

Ik woonde eerst een stukje verderop.

Hij woonde in Mähren.

Hoe ben je erachter gekomen dat je broer daar woonde?

Ik woonde op een boerderij toen ik kind was.

Er was eens een oude koning die op een klein eiland woonde.

Ik woonde ooit dicht bij een park.

Vorig jaar woonde ik niet in Boston.

Ik wist niet dat Tom hier woonde.

Toen ik nog student was, woonde ik in een kleine studio.

Toen ik nog student was, woonde ik in een kleine eenkamerwoning.

Ik woonde nabij een park.

Tom woonde hier.

Tom woonde daar.

Waar woonde je?

Ik woonde alleen.

Waar woonde je vorig jaar?

Tom woonde in Lyon tijdens de oorlog.

Hij woonde een tijdlang in Italië.

Ik woonde in Mongolië.

Ik woonde in Rome.

Ik woonde in Bydgoszcz.

Ik woonde in Boston.

Ik woonde in Teheran.

Ik woonde in Australië.

Ik woonde in Qatar.

Ik woonde tot 2013 in Boston.

Ik dacht dat je in Australië woonde.

Ik dacht dat u in Australië woonde.

Ik woonde tot 2013 in Australië.

Ik woonde met Tom in Australië.

Ik dacht dat Tom in Australië woonde.

Ik woonde drie jaar in Sasayama.

Ik dacht dat je in Boston woonde.

Ik dacht dat u in Boston woonde.

Ik woonde twee maanden in Vancouver.

Ik woonde toen in Boston.

Ik woonde drie jaar geleden in Australië.

Ik woonde tot vorig jaar in Australië.

Ik dacht dat Tom in Boston woonde.

Ik woonde tot mijn zesde in Osaka.

Ik woonde meer dan een maand in Nagoya.

Ik had een neef die in Boston woonde.

Ik woonde een paar jaar in Australië.

Tom was mijn buurman toen ik in Boston woonde.

Ik woonde in Boston voordat ik naar Chicago verhuisde.

Ik woonde in Boston voordat ik naar Chicago kwam.

Ik wist niet dat Tom in Boston woonde.

Ik bezocht het museum vaak toen ik in Kyoto woonde.

Ik woonde vroeger in Bydgoszcz.

Ik woonde vroeger in Kobe.

Ik woonde vroeger in Australië.

Ik dacht dat jouw oom in Nyíregyháza woonde.

Ik woonde tot vorig jaar in Boston.

Ik woonde drie jaar geleden in Boston.

Ik woonde in een buitenwijk van Boston.

Ik woonde twee jaar geleden in Sasayama.

Ik woonde vorig jaar in Sanda.

Ik woonde drie jaar geleden in Japan.

Ik woonde meer dan drie jaar in Boston.

Ik huurde een appartement toen ik in Boston woonde.

Ik dacht dat Tom nog steeds in Boston woonde.

Ik was vergeten dat Tom vroeger in Boston woonde.

Ik heb gehoord dat Tom vroeger in Boston woonde.

Ik woonde vorig jaar niet in Australië.

Ik woonde ook drie jaar in Australië.

Ik woonde tot drie jaar geleden in Australië.

Ik woonde tot drie jaar geleden in Boston.

Ik woonde een paar jaar geleden in Boston.

Ik woonde een paar jaar geleden in Australië.

Ik woonde een paar jaar geleden in Tokio, maar nu woon ik in Kyoto.

Ik woonde een paar jaar geleden in Boston, maar nu woon ik in Chicago.

Ik woon nu in Boston, maar ik woonde tot drie jaar geleden in Chicago.

Ik woonde een paar jaar geleden in Australië, maar nu woon ik in Nieuw-Zeeland.

Ik woon nu in Australië, maar ik woonde tot drie jaar geleden in Nieuw-Zeeland.

Ik wist niet dat je vroeger in Australië woonde.

Wist je niet dat ik vroeger in Australië woonde?

Wist u niet dat ik vroeger in Australië woonde?

Wisten jullie niet dat ik vroeger in Australië woonde?

Ik wist niet eens dat je vroeger in Australië woonde.

Ik wist niet dat je dat vroeger deed toen je in Australië woonde.

Ik wist niet dat Tom nog in Boston woonde.

Hoe wist je dat ik vroeger in Boston woonde?

Hoe wist Tom dat ik vroeger in Boston woonde?

Ik wist niet dat Tom vroeger in Boston woonde.

Also check out the following words: uitgenodigd, zien, rennen, gezien, minder, vijftien, dollar, geleerd, leven, WestEuropa.