Dutch example sentences with "vrienden"

Learn how to use vrienden in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Raúl kan zich zonder zijn vrienden niet vermaken.

Omdat al zijn vrienden ook arm waren.

Mike heeft een aantal vrienden in Florida.

Aan zijn vrienden kent men de man.

Een groot deel van de volgende dag bleef hij in het hotel en sprak met vrienden en supporters.

Ze heeft haar geld, haar gezin en haar vrienden verloren.

Zeg je vrienden gedag.

Ik heb veel vrienden.

Tom en Frank zijn goede vrienden.

Zeg zodra u contact opneemt met uw vrienden tegen ze dat er een lawine komt.

Alle vrienden aan wie ik een uitnodiging gestuurd heb, zijn op het feest gekomen.

U heeft uw vrienden toch ook uitgenodigd?

Ze heeft niet veel vrienden in Kyoto.

Kinderen doen eerder hun vrienden dan hun ouders na.

We zijn vrienden geworden met Tom.

Wij zijn goede vrienden.

Je vrienden zullen je missen.

In nood leert men zijn vrienden kennen.

Ik heb genoeg vrienden die me zullen helpen.

Zij, en ook haar vrienden, zijn gek op muziek.

Zij en haar vrienden zijn gek op muziek.

Bill heeft veel vrienden.

Ze heeft weinig vrienden.

Lucy en ik hebben ongeveer evenveel vrienden.

Ze heeft haar geld, haar familie en haar vrienden verloren.

Spongebob en Patrick zijn vrienden.

Ik ben bier wezen drinken met mijn vrienden.

De beide vrienden kusten elkaar innig, en Manilov bracht zijn gast naar de kamer.

"En wie waren nou die 25?" vroeg Al-Sayib. "Vrienden van je?"

"Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna?" vroeg Dima terug.

"Slapen vrienden met hun vrienden en vermoorden ze daarna?" vroeg Dima terug.

Mike en Ken zijn vrienden.

Hij heeft niet veel vrienden.

Als je met je vrienden komt, zal ik nog meer verheugd zijn.

Als men rijk is heeft men vele vrienden.

Ge kunt veel vrienden hebben, totdat ge bij hen wilt gaan logeren.

Zeg "Dag" tegen uw vrienden.

Het moet goed zijn hooggeplaatste vrienden te hebben.

Zij zijn geen vijanden, maar vrienden.

Ik heb veel vrienden in het buitenland.

Totoro maakt met iedereen vrienden.

Het is voor één van mijn vrienden.

Goeie rekeningen maken goeie vrienden.

Ik had veel tijd om met veel vrienden te spreken.

Effen rekeningen maken goede vrienden.

In nood kent men zijn vrienden.

Mijn vrienden hebben mij uitgenodigd voor het avondeten.

Al mijn vrienden houden van computerspelletjes.

Zo zult ge nieuwe vrienden vinden in veel verschillende landen.

We zijn oude vrienden.

Zij heeft weinig vrienden.

Hij is een van mijn beste vrienden.

Ik ging een pintje drinken met wat vrienden.

Ik zoek mijn vrienden.

Hij zou de laatste zijn om zijn vrienden te verraden.

Al mijn vrienden houden van voetbal.

Ik heb veel vrienden die ik raadpleeg.

In zaken heeft men geen vrienden.

Ga niet weg, vrienden.

Ana had geen vrienden waarmee ze kon spelen.

Ik heb mijn vrienden uitgenodigd om te eten.

Het zijn onafscheidelijke vrienden.

Ondanks de taalproblemen werden we al vlug vrienden.

Ik zie de vrienden en groet hen.

Goede vrienden zijn er een op honderd.

John speelde gitaar en zijn vrienden zongen.

Ik bezoek soms de huizen van mijn vrienden.

Soms vergeet ik het gezicht van mensen die ooit mijn vrienden waren.

Hoeveel dichte vrienden hebt ge?

Houd u ver van slechte vrienden.

Al van in onze studietijd zijn hij en ik onafscheidelijke vrienden.

Hij en ik zijn onafscheidelijke vrienden sinds onze studietijd.

Door mijn mond te openen op het verkeerde moment bracht ik voortdurend mijzelf en mijn vrienden in verlegenheid.

Deze twee vrienden wandelen altijd samen.

We werden onmiddellijk vrienden.

Mijnheer Tanaka is een van onze vrienden.

Wie alleen is, verlangt meer naar vrienden.

Ik heb vrienden nodig.

Marco zag de vrienden en ging met hen mee.

Uw vrienden zullen u missen wanneer u weg bent.

Zij heeft veel vrienden.

Ik denk dat wij goede vrienden zouden kunnen zijn.

Ze heeft veel vrienden in Hongkong.

Kinderen imiteren eerder hun vrienden dan hun ouders.

Hij verstaat de kunst om vrienden te maken.

Hoeveel intieme vrienden heb je?

Yamamoto is een van mijn vrienden.

Mijn vrienden noemen me Ken.

We zullen altijd vrienden zijn.

Goede vrienden herkent men aan het feit dat ze er altijd zijn wanneer je ze nodig hebt.

De mensen die hier wonen zijn onze vrienden.

De jongen is aan het zwemmen met zijn vrienden.

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

Ze voelde zich eenzaam toen al haar vrienden naar huis waren gegaan.

Zijn ze vrienden?

Sommigen onder hen zijn mijn vrienden.

Je zult wel verdrietig zijn, dat je een van je vrienden hebt verloren.

Esperantisten zijn onze vrienden.

Goede rekeningen maken goede vrienden.

Tom heeft niet genoeg vrienden.

Al mijn vrienden en familie zijn dood.

Also check out the following words: nabij, verzetten, Thomas, Edison, lamp, pauze, geopend, gedurende, maakten, industrieland.