Dutch example sentences with "makkelijk"

Learn how to use makkelijk in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Japans spreken is makkelijk voor mij.

Het handige van dit elektronische woordenboek is dat je het makkelijk mee kan nemen.

Engels is niet makkelijk, maar wel interessant.

Ik ben een mens met tekortkomingen, maar het zijn tekortkomingen die makkelijk verholpen kunnen worden.

Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.

Het is niet altijd makkelijk om Japans en Chinees uit elkaar te houden.

Het bergpaadje was bedekt met een zachte deken van bladeren, waarover het makkelijk lopen was.

Het gaat makkelijk worden dit werk voor dinsdag af te krijgen.

Een liefdesbrief in het Engels schrijven is niet makkelijk.

Engels is niet makkelijk, maar het is wel interessant.

Hij was zo iemand waarmee je makkelijk goed kon opschieten.

Tennis is makkelijk voor mij.

Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.

Een vreemde taal leren is makkelijk.

Deze vraag is niet makkelijk.

Het is nooit makkelijk te zeggen of hij ernstig is of niet.

Ik vond het makkelijk om Engels te spreken.

Engels spreken is niet makkelijk.

Engels spreken is niet makkelijk maar het is interessant.

Het is niet makkelijk om een liefdesbrief te schrijven in het Engels.

Het was niet makkelijk om hem te overtuigen.

Dit is makkelijk.

Engels is niet makkelijk voor mij.

Het is niet makkelijk om een vreemde taal te spreken.

Ik denk dat dit boek makkelijk is.

Lesgeven aan jonge kinderen is niet makkelijk.

Het is heel makkelijk om lid te worden van deze bibliotheek.

Wie heeft er gezegd dat het makkelijk zou zijn?

Het is makkelijk een plan te maken maar het is moeilijk het ook te doen.

De Japanse vlag tekenen is erg makkelijk.

Het is niet makkelijk met krijt te schrijven.

Dat is makkelijk voor jou om te zeggen.

De Noordpool bereiken is niet makkelijk.

Is de taal Esperanto makkelijk? Ja.

Het is makkelijk voor mij om te zwemmen.

Dit zal makkelijk zijn.

Het antwoord was makkelijk.

Tom zal niet makkelijk opgeven.

Het is makkelijk om kaas te snijden met een mes.

Deze fiets is makkelijk om op te rijden.

Ik weet dat het niet zo makkelijk is als het lijkt.

Aanvankelijk vond Tom Frans moeilijk, maar nu vindt hij het makkelijk.

Je moet beginnen met boeken die je makkelijk kan begrijpen.

Tuinieren is makkelijk en leuk.

Het was makkelijk om zijn kantoor te vinden.

Jouw wens is makkelijk te vervullen.

Jullie wens is makkelijk te vervullen.

Het is heel makkelijk natuurlijk te klinken in je eigen moedertaal, en heel makkelijk om onnatuurlijk te klinken in een taal die niet je moedertaal is.

Het is heel makkelijk natuurlijk te klinken in je eigen moedertaal, en heel makkelijk om onnatuurlijk te klinken in een taal die niet je moedertaal is.

Aan kleine kinderen lesgeven is niet makkelijk.

Het is niet altijd makkelijk om Japanners en Chinezen uit elkaar te houden.

Een vriend is moeilijk om te vinden en makkelijk om te verliezen.

Deze twee woorden worden makkelijk door elkaar gehaald.

Deze twee woorden worden makkelijk met elkaar verward.

Wiskunde is voor mij een makkelijk vak.

Denk je dat het makkelijk was voor mij?

Pasta koken is makkelijk.

Het is niet altijd makkelijk om gezond te blijven.

Ons team kan jouw team makkelijk in het eerste potje verslaan.

Zelfs al is het niet makkelijk, zal ik mijn best blijven doen.

Het probleem met eieren is dat ze makkelijk breken.

Het is niet zo makkelijk als ik dacht.

Het is makkelijk een liefdesbrief te schrijven in het Esperanto.

Wanneer de seringen bloeien kun je dat makkelijk ruiken.

Was de nieuwe versie makkelijk te installeren?

Het leek makkelijk.

Het lijkt makkelijk.

Het was makkelijk.

Het boek is makkelijk.

Spaans is makkelijk.

Tatoeba is makkelijk te gebruiken.

Is het makkelijk om daar te komen?

Het is makkelijk.

Het is makkelijk te leren.

Het was makkelijk voor Tom om vrienden te maken.

Deze luchthaven is makkelijk bereikbaar met de bus.

Het is makkelijk te begrijpen dat de droom invloed heeft op de gezondheid.

Het is niet makkelijk Engels te beheersen.

Het zal niet makkelijk voor je worden om dat te doen.

Het is natuurlijk ook niet altijd even makkelijk.

Is de toets makkelijk?

Toen ik het probeerde, was het makkelijk.

Deze zin is erg makkelijk te vertalen.

Het is niet makkelijk om een ​​vreemde taal te leren.

Je geeft veel te makkelijk op.

Nee, het is niet makkelijk.

Hoe makkelijk is het om Engels te leren?

Het was te makkelijk.

Het is niet zo makkelijk als je denkt.

De rivier oversteken was heel makkelijk.

Tom is makkelijk in de omgang.

Ze is makkelijk in de omgang.

Deze trui is makkelijk om aan en uit te trekken.

Dat is heel erg makkelijk om te doen.

Dat is makkelijk praten!

Dit is een fout die iemand relatief makkelijk kan maken.

De dief dacht dat deze zwakke vrouw een makkelijk doelwit zou zijn.

Het is makkelijk om goed te zijn. Het moeilijkste is om eerlijk te zijn.

Denk je dat het makkelijk voor me zal zijn om dat te doen?

Lood is makkelijk buigbaar.

Denk niet dat het makkelijk is!

Also check out the following words: haar, schouder, Mary, sloot, zichzelf, deed, ramen, ooit, bondgenoot, Italië.