Dutch example sentences with "mag"

Learn how to use mag in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

U mag op de stoel gaan zitten.

Mag ik iets zeggen?

Mag ik alstublieft een glas water?

Je mag dit boek gratis hebben.

Mag ik een vraag stellen?

Mag ik even uitrusten?

Mag ik deze fiets gebruiken?

Mag ik de smeerkaas alsjeblieft?

Uit de boeken die in de kast staan mag je in geen geval plaatjes knippen.

Mag ik vragen hoe u heet?

Mag ik je woordenboek even?

Mag ik deze jurk passen?

Mag ik uw paspoort even zien?

U mag nu gaan, meneer.

Natuurlijk mag dat.

Mag ik een kopje koffie?

Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.

Mag ik uw krant even zien?

Mag ik even bij dit kastje? Je staat een beetje in de weg.

Moeder, mag ik gaan zwemmen?

Mag ik van uw wc gebruikmaken?

Mag ik een papieren tas?

Je mag hier blijven als je stil zult zijn.

Mag ik je telefoonnummer?

Mag ik Ryoko nog even voor je ophangt?

Ik heb je gezegd dat je mag komen wanneer het je maar uitkomt.

Ik mag je vriendin niet.

Wie paard of vrouw zoekt zonder gebreken, die mag zijn werk wel in de steek laten en bedenken dat zijn bed en stal voor eeuwig leeg zullen blijven.

Ik mag zijn manier van praten niet.

Je mag reizen waarheen je wilt.

Wanneer het donker is, mag je haar niet naar buiten laten gaan.

Ik ben gevoelig voor kou. Mag ik nog een deken hebben?

Je mag er niet in.

Mag ik je paraplu lenen?

Mag ik uw auto lenen?

Hier mag je niet stil zijn.

Je mag mijn jacht gebruiken.

Mag ik jouw potlood gebruiken?

Ofschoon ze fouten heeft, mag ik haar.

Hij is heel sympathiek, dus ik mag graag met hem werken.

Mag ik nu beginnen met eten?

Tussen jou en mij, Lisa, we weten dat ik Nick simpelweg niet mag.

Meneer, u mag daar niet parkeren.

Mag ik het raam opendoen?

Eerlijk gezegd mag ik hem niet.

Mag ik een programma hebben?

Mag ik je iets vragen?

Je mag niet bang zijn om fouten te maken als je een vreemde taal leert.

Ik mag dan wel ongelukkig zijn, maar ik ben niet van plan mezelf te doden.

"Ach wat..." dacht Dima. "Ik geloof niet dat ik op zo'n moment als nu kieskeurig mag zijn."

Mag ik je fiets lenen?

"Onze baas heeft aangedrongen op die prijs," legde de verkoopster uit. "Maar weet u, u hoeft me geen 0,99 in kopeken te betalen. U mag meer betalen als u wilt."

Mag ik jullie auto uitlenen?

Je mag niet op de stoep parkeren.

Mag ik je telefoon gebruiken?

Ik hoop dat je het ook morgenvroeg mag goed stellen.

Mama, mag ik een faseruimte of iets analoogs voor Kerstmis hebben?

Mag ik mijn punt slijpen?

Mag ik nu gaan?

Mag ik uw paspoort, alstublieft?

Je mag niet te veel ijs en spaghetti eten.

Mag ik uw rijbewijs zien, a.u.b.?

Mag ik dit gebruiken?

Niemand mag vertrekken zonder toestemming.

"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."

Mag ik nog wat melk?

Mag ik uw rijbewijs zien a.u.b.?

Een gegeven paard mag je niet in de bek kijken.

Mag ik hier iets van eten?

Ah, als je het kunt dubben, mag ik dan ook een kopie?

In deze kamer mag niet gerookt worden.

Mag ik het licht uitdoen?

Mag ik mij hier zetten?

Die het geluk vindt die mag het oprapen.

Mag ik Bill spreken?

Mag ik naar de wc gaan?

Mag ik dat boek lenen?

Mag ik een kwitantie hebben a.u.b.?

Ze heeft haar gebreken maar ik mag haar graag.

Je mag uitnodigen wie je wilt.

Ik mag niets eten dat suiker bevat.

Je mag niet binnenkomen.

Hij mag morgennamiddag komen.

Je mag altijd mijn woordenboek gebruiken.

Wegens je ziekte mag je nu geen alcoholische drank innemen!

Wegens je ziekte mag je nu geen geslachtgemeenschap hebben!

Mag ik mijn potlood scherpen?

Er zal je gezegd worden waar je mag plaatsnemen.

Mag ik deze zien?

Mag ik enkele vragen stellen?

Iedereen mag bijdragen.

Deze rok bevalt mij, mag ik hem even passen?

Mag ik een foto maken?

Mag ik naar bed?

Mag ik mij voorstellen?

Mijnheer, mag ik uw rijbewijs zien?

Ik mag je heel graag.

Wie kan, mag raad geven.

Je mag niet te veel eten.

Je mag schrijven in de taal die je verkiest. In Tatoeba zijn alle talen gelijkwaardig.

Mag ik een paar vragen stellen?

Also check out the following words: sloot, zichzelf, deed, ramen, ooit, bondgenoot, Italië, geloof, gewoond, John.