Learn how to use kan in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.
Raúl kan zich zonder zijn vrienden niet vermaken.
Kan ik dit eten?
Je kan niet "nee" zeggen.
Het kan niet waar zijn.
Ik weet niet wat ik nog meer kan doen.
Bovendien kan hij Ivriet lezen.
Ik kan alleen maar wachten.
Ik ren zo hard als ik kan om hem in te halen.
Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.
De mens is het enige dier dat kan lachen.
Soms kan ik mijn emoties niet bedwingen.
Ik kan niet meer!
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
Kan dat ook anders geformuleerd worden?
Ze vraagt hoe dat kan.
Ik kan haar dat nu niet zeggen. Dat is niet zo eenvoudig meer.
Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.
Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
Ik kan me de eerste keer nog herinneren.
Doe het licht uit. Ik kan niet in slaap komen.
Het handige van dit elektronische woordenboek is dat je het makkelijk mee kan nemen.
Ik kan nog steeds niet goed Chinees schrijven.
Dat is niet iets wat iedereen kan doen.
Ik kan zo niet leven.
Hij kan het Russisch zowel spreken als schrijven.
Een Fransman bijvoorbeeld kan misschien moeilijk lachen om een Russische grap.
Wat ik ook doe, zij zegt dat ik het beter kan.
Wat je gezegd hebt, kan je niet terugnemen.
Soms kan hij een vreemde jongen zijn.
Ik kan me alleen maar afvragen, of het hetzelfde is voor alle anderen.
Sorry, maar dat kan gewoon niet.
Hoe kan ik de motor starten?
Men kan altijd wel tijd vinden.
Je kan niet alles van de scholen verwachten.
Ik heb een oplossing gevonden, maar ik had ze zo snel, dat ze niet kan kloppen.
Ik kan het ook niet verklaren.
Ik kan het ook niet uitleggen.
Je zou verbaasd staan over wat je in een week leren kan.
Verdragen kan onverdraaglijk zijn.
Men zegt dat Amerikanen de hoeveelheid geld die iemand verdient beschouwen als een maatstaf van wat hij kan.
Je kan door de bomen het bos niet zien.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
Het verleden kan men slechts kennen, niet veranderen. De toekomst kan men slechts veranderen, niet kennen.
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
Boter, brood en groene kaas; wie dat niet zeggen kan, is geen oprechte Fries.
Ik ben de sleutel van de kamer kwijt en kan er niet in.
Voor sommige dingen kan mijn computer wel nuttig zijn.
Dat kan niet waar zijn!
Dat kan niet!
Mijn vrouw kan slecht autorijden.
Je kan maar beter het licht uitdoen voordat je gaat slapen.
Ik kan zijn vriendelijkheid niet vergeten.
Dit kan niet volledig genezen worden.
Niemand kan denken, maar iedereen heeft zijn mening klaar.
Kan ik met een creditcard betalen?
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Ik kan niet verder lopen.
Ik kan niet meer tegen deze pijn.
Kan het ons wat schelen?
Ik kan je maar niet vergeten.
Je kan niet verwachten dat hij het verhaal kent, aangezien hij het nog niet gelezen heeft.
Kan ik u helpen?
John kan nu niet in Londen wonen.
Ja hoor, daar heb je hem weer met zijn dierenmishandeling. Hij kan het ook nooit eens ergens anders over hebben.
Kanker kan genezen worden als het bijtijds ontdekt wordt.
Ik kan je amper verstaan.
Hij kan een miljoen yen beleggen.
Dat kan niet waar zijn.
Ik kan niet langer tegen die kou.
Zij kan het antwoord weten.
Kan je echt niet zwemmen?
Maar ik kan zijn waarschuwing niet negeren.
Jij kan toch typen?
Kan iemand de deur opendoen alsjeblieft?
Hoe kan je leven in een land waar geen persvrijheid is?
Mensen met bloedgroep 0 die resusnegatief zijn, zijn universele donoren; iedereen kan hun bloed krijgen.
Goedendag, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Er staan zoveel sterren aan de hemel, ik kan ze niet allemaal tellen.
Haar verhaal kan niet waar zijn. Ze liegt vaak.
Het is jammer dat je niet met ons mee kan.
Maar ik kan goed koken.
Ik kan luidruchtige kinderen niet verdragen.
Kan je jouw auto verzetten, alsjeblieft?
Je kan hier zo lang blijven als je wilt.
Kan je me later bellen, alsjeblieft?
Ik kan goed met hem opschieten.
Ik kan niet kiezen welke jurk ik zal kopen.
Iedereen kan zijn eigen naam schrijven.
Een dichter kan alles overleven, behalve een drukfout.
In deze wereld kan niets zeker genoemd worden, behalve de dood en belastingen.
Ik kan niet begrijpen wat er is gebeurd.
Kan u deze brief naar Japan versturen?
Ik kan skiën.
Ze kan goed piano spelen.
De taak is zo moeilijk dat ik ze niet kan volbrengen.
Je kan beter niet weggaan, nadat het donker geworden is.
Als het goed gaat, kan ik 2-3 stuks per dag maken.
Hij kan niet lopen, laat staan rennen.
Als wereldburger kan ik cultuurbarrières doorbreken.
Kan je jezelf aan anderen verstaanbaar maken in het Engels?
Arnie, kan je volhouden totdat de hulp komt?