Dutch example sentences with "ik"

Learn how to use ik in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

In Parijs heb ik voor een maand een kamer gehuurd.

Ik koop briefpapier, postzegels en papieren zakdoekjes.

Ik weet het niet.

De meeste mensen denken dat ik gek ben.

Ik moet gaan slapen.

Heb je gezegd dat ik nooit zou kunnen winnen?

Ik wacht al uren lang.

Ik was in de bergen.

Ik weet niet wat te zeggen...

Ik heb er geen woorden voor.

Ik ben zo terug.

Ik weet niet of ik tijd heb.

Ik weet niet of ik tijd heb.

Ik ben veganist.

Ik eet geen vlees, geen vis en geen zeevruchten, en ook geen vleesbouillon.

Ik heb altijd geloofd dat een hartaanval de aankondiging van het ophanden zijnde overlijden is.

Waarom ik?

Ik schrijf regelmatig artikels.

Kan ik dit eten?

Mag ik iets zeggen?

In het begin wist ik niet wat te doen.

Het probleem was dat ik niets tegen hem te zeggen had.

Ik zal jou dit boek geven.

Ik keek toen tv.

Ik heb met mijn ouders gesproken over studeren in het buitenland.

Hij kwam niet, totdat ik belde.

Ik weet niet wat ik nog meer kan doen.

Ik weet niet wat ik nog meer kan doen.

Ik had de bloemen geen water hoeven geven. Ik was er maar net klaar mee, of het begon te regenen.

Ik had de bloemen geen water hoeven geven. Ik was er maar net klaar mee, of het begon te regenen.

Ik ben misschien niet erg sociaal, maar dat betekent nog niet dat ik niet met mensen omga.

Ik ben misschien niet erg sociaal, maar dat betekent nog niet dat ik niet met mensen omga.

Ik dacht net aan een nieuwe baan.

Ik zei tegen mezelf: dat is een goed idee.

Ik heb afschuwelijk gedroomd.

Ik heb dat verhaal in een of ander boek gelezen.

Mag ik alstublieft een glas water?

Wat mij betreft, ik heb op het moment niets te zeggen.

Over een uur kom ik bij je.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

Ik kwam in een regenbui terecht en ben nat geworden.

Ik poets mijn tanden tweemaal per dag.

Hij kwam pas toen ik belde.

Ik wil dat je een liedje zingt.

Ik kan alleen maar wachten.

Ik bel je later terug.

Ik ben naar Japan gekomen vanuit China.

Ik ben geen aanhanger van de theorie dat je Latijn moet leren om Engels beter te begrijpen.

Ik heet Tanaka Itsjiro.

Ik ren zo hard als ik kan om hem in te halen.

Ik ren zo hard als ik kan om hem in te halen.

Ik kan het me niet veroorloven om ook maar één yen te verspillen.

Ik heb altijd meer van mysterieuze personages gehouden.

Ik heb nog een vriend in China.

Ik ben uitgenodigd om naar het buitenland te gaan, maar ik wil niet.

Ik ben uitgenodigd om naar het buitenland te gaan, maar ik wil niet.

Ik heb hem zien rennen.

Ik heb geleerd te leven zonder haar.

Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.

Ik heb hem ontmoet toen ik in Parijs was.

Ik heb een droom.

Ik weet dat je rijk bent.

Ik ontmoet je zondag om drie uur.

Dit is wat ik gekocht heb in Spanje.

Ik wil het werk zelf afmaken.

Ik controleer de woorden in mijn woordenboek.

Ik zal jullie vandaag verder niets vragen.

Ik weet dat hij van jazz houdt.

Hoewel hij zich verontschuldigd heeft, ben ik nog steeds razend.

Ooit wilde ik astrofysicus worden.

Ik heet Tamako, en jij?

Gisteren heb ik een erg interessant verhaal gelezen.

Soms kan ik mijn emoties niet bedwingen.

Steeds wanneer ik naar deze foto kijk, herinner ik me die gelukkige dagen in het dorp.

Steeds wanneer ik naar deze foto kijk, herinner ik me die gelukkige dagen in het dorp.

Ik kan niet meer!

Ik weet niets van hem, behalve zijn naam.

Ik ben geen echte vis, ik ben maar een knuffelbeest.

Ik ben geen echte vis, ik ben maar een knuffelbeest.

Het is jouw schuld dat ik mijn eetlust kwijt ben.

Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.

Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.

Als ik je wilde bang maken, zou ik je vertellen waar ik een paar weken geleden over gedroomd heb.

Ik heb hem vorige week betaald.

Ik zal proberen je niet te storen bij het leren.

Ik weet niet wat dat is.

Ik zal proberen om elke dag lichamelijke oefeningen te doen.

Ik blijf hier niet lang.

Ik weet niet wat je bedoelt.

Nikolai Aleksejevitsj, ik moet eens ernstig met u spreken.

Ik heb een ontzettende hekel aan een formele schrijfstijl!

De vorige persoon aan wie ik mijn idee vertelde, dacht dat ik gestoord was.

De vorige persoon aan wie ik mijn idee vertelde, dacht dat ik gestoord was.

Ik heb niks beters te doen.

Ik denk dat de zaak er wat anders voor staat wanneer je hierover nadenkt op de lange termijn.

Gisteren heb ik een boek gekocht.

Er staan veel woorden die ik niet begrijp.

Ik heb koorts.

Ik heb nooit van biologie gehouden.

Wat denk je dat ik aan het doen was?

Ik was alleen in het lokaal.

Also check out the following words: wegkomt, voorbereid, naartoe, aanstaarden, plicht, Afspraken, tirannen, winst, liberalen, spoorde.