Dutch example sentences with "getrouwd"

Learn how to use getrouwd in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Try Mate's Mac app

Translate in Safari and other macOS apps in one click.

try for free

Try Mate's iOS app

Translate in Safari, Mail, PDFs, and other apps in one click.

Try Mate's Chrome extension

Double-click translation for all websites and Netflix subtitles.

Get for free

Try Mate apps

Install it to Chrome (or any other browser) on your computer and read the internet as if there were no foreign languages at all.

Get for free

Ze zijn 4 jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Afgaand op hoe ze spraken, veronderstelde ik dat ze getrouwd waren.
Translate from Dutch to English

Dit is de kerk waarin we getrouwd zijn.
Translate from Dutch to English

We zijn getrouwd.
Translate from Dutch to English

De collega die getrouwd is met een Fransman, is naar Parijs.
Translate from Dutch to English

Wanneer ben je getrouwd?
Translate from Dutch to English

Ik ben getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ik ben getrouwd en heb twee kinderen.
Translate from Dutch to English

Lisa Lillien is getrouwd met Dan Schneider.
Translate from Dutch to English

Ben je getrouwd?
Translate from Dutch to English

Bent u getrouwd?
Translate from Dutch to English

Hun oudste dochter is nog niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

Houd voordat je trouwt je ogen goed open. Knijp nadat je getrouwd bent een oogje toe.
Translate from Dutch to English

Hij heeft drie dochters; een ervan is getrouwd, de anderen niet.
Translate from Dutch to English

Hoe wist ge dat hij getrouwd is?
Translate from Dutch to English

Anna is getrouwd buiten weten van haar ouders.
Translate from Dutch to English

Larry Ewing is getrouwd.
Translate from Dutch to English

Hij is met een rijk meisje getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze zijn tien jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Kort gezegd, hij is getrouwd met zijn eerste liefde.
Translate from Dutch to English

Ze is getrouwd aan zeventien jaar.
Translate from Dutch to English

Hoewel hij niet getrouwd was, had hij een kind.
Translate from Dutch to English

Ze is getrouwd zonder medeweten van haar ouders.
Translate from Dutch to English

Haar oudere zus is afgelopen maand getrouwd.
Translate from Dutch to English

Toen ze twintig jaar was, is ze met hem getrouwd.
Translate from Dutch to English

Zij zijn getrouwd toen ze nog jong waren.
Translate from Dutch to English

Zij is getrouwd met een buitenlander.
Translate from Dutch to English

Wij zijn getrouwd.
Translate from Dutch to English

Zij is op 10 juni dit jaar zes jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Wat ook de reden is, ze zijn niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

Wanneer is ze getrouwd?
Translate from Dutch to English

Ik vraag me af of hij getrouwd is.
Translate from Dutch to English

We zijn vijf jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Een van mijn neven is met een romanschrijfster getrouwd.
Translate from Dutch to English

Hij is met een Canadees meisje getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ik vraag mij af of ze getrouwd is.
Translate from Dutch to English

Om de waarheid te zeggen, we zijn vorig jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ik weet niet wanneer ze getrouwd is.
Translate from Dutch to English

Ik heb twee zusters, allebei getrouwd.
Translate from Dutch to English

Mijn ouders zijn getrouwd voor mijn geboorte.
Translate from Dutch to English

Uiteindelijk is ze met hem getrouwd.
Translate from Dutch to English

"Wist je dat de dochter van de buurman al getrouwd is?" "Je zegt niet! Ze is pas achttien!"
Translate from Dutch to English

Op de tiende van volgende maand zijn ze twintig jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze is getrouwd toen ze 25 was.
Translate from Dutch to English

Voor zover ik weet, is zij nog niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

We zijn twaalf jaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

We zijn zeven jaar geleden getrouwd.
Translate from Dutch to English

Is zij getrouwd?
Translate from Dutch to English

Zij is met hem getrouwd voor zijn geld.
Translate from Dutch to English

Ze zijn zes maanden geleden getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze zijn drie maanden geleden getrouwd.
Translate from Dutch to English

Mijn jongere zuster is getrouwd voor haar twintigste.
Translate from Dutch to English

Ze is getrouwd met een muzikant.
Translate from Dutch to English

Hij is getrouwd voor het geld.
Translate from Dutch to English

Ja, ik ben getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze is met hem getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze slapen in aparte kamers, hoewel ze getrouwd zijn.
Translate from Dutch to English

Hij is getrouwd en heeft twee kinderen.
Translate from Dutch to English

Ze zijn in het geheim getrouwd.
Translate from Dutch to English

Allebei mijn broers zijn getrouwd.
Translate from Dutch to English

Tom en ik zijn met elkaar getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze is getrouwd toen ze zeventien was.
Translate from Dutch to English

Zij vroeg me of ik getrouwd was.
Translate from Dutch to English

Zover ik weet, is ze nog niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

Mijn zus is eindelijk getrouwd.
Translate from Dutch to English

Vorige maand is ze met Tom getrouwd.
Translate from Dutch to English

Hoe wist je dat hij getrouwd was?
Translate from Dutch to English

Zo zijn we niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

Tom is getrouwd met een rijk meisje uit Boston.
Translate from Dutch to English

Je was toch niet met die getatoeëerde kerel getrouwd die ze geboeid hebben meegenomen?
Translate from Dutch to English

Je was toch niet getrouwd met die getatoeëerde kerel die ze in handboeien hebben meegenomen?
Translate from Dutch to English

De vrouw met wie Tom uitgaat is vier keer getrouwd.
Translate from Dutch to English

Je weet dat ik getrouwd ben.
Translate from Dutch to English

U weet dat ik getrouwd ben.
Translate from Dutch to English

Ik ben getrouwd met Lori.
Translate from Dutch to English

Toen was ik getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ik ben getrouwd toen ik 19 was.
Translate from Dutch to English

Tom en Maria zijn op Valentijnsdag getrouwd.
Translate from Dutch to English

Yumiko is afgelopen juni getrouwd met een jeugdvriend van haar.
Translate from Dutch to English

Ze zijn jong getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze is op haar zeventiende getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze zijn getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze waren al getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ze zijn drie maanden later getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ik ben niet getrouwd.
Translate from Dutch to English

We zijn een paar jaar geleden getrouwd.
Translate from Dutch to English

Heb je er spijt van dat je met me getrouwd bent?
Translate from Dutch to English

Ze is nooit getrouwd.
Translate from Dutch to English

Hij is nooit getrouwd.
Translate from Dutch to English

Ben je ooit getrouwd?
Translate from Dutch to English

Is je zuster getrouwd?
Translate from Dutch to English

We zijn een pas getrouwd paar.
Translate from Dutch to English

Tom is onlangs opnieuw getrouwd.
Translate from Dutch to English

Waarom ben je niet getrouwd?
Translate from Dutch to English

Tom is getrouwd met een veel jongere vrouw.
Translate from Dutch to English

Een jaar geleden zijn wij getrouwd.
Translate from Dutch to English

Tom en Maria doen alsof ze getrouwd zijn.
Translate from Dutch to English

Ze zijn erg jong getrouwd.
Translate from Dutch to English

Is je zus getrouwd?
Translate from Dutch to English

We waren dertig jaar getrouwd voordat we uit elkaar gingen.
Translate from Dutch to English

Binnenkort zal ze tien jaar met hem getrouwd zijn.
Translate from Dutch to English

Also check out the following words: moe, Tom, vloeiend, Ierland, bekend, kant, ging, stoute, verdwaalde, jongetje.