Dutch example sentences with "geloof"

Learn how to use geloof in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Hij heeft, geloof ik, in Spanje gewoond.

Ik geloof dat ik daarover een theorie heb.

Het heeft geen zin te doen alsof om mij te laten geloven dat ik dingen geloof die jij niet gelooft!

Ik weet niet precies hoeveel bezoekers er waren. Ik geloof driehonderdnogwat.

Geloof hen die waarheid zoeken, pas op voor wie haar vinden.

Ik geloof in deze onderwijsmethode.

Geloof het of niet, maar die vrouw heeft drie kinderen.

Zou Koning Albert een geheime relatie hebben met Prinses Diana? Ik geloof van niet. Hij is te dik.

Ik geloof in geestelijke kracht en zal je nooit verlaten.

"Ach wat..." dacht Dima. "Ik geloof niet dat ik op zo'n moment als nu kieskeurig mag zijn."

Geloof niet alles wat je hoort.

"Ik geloof dat de code voor Libanon 961 is," zei de verkoopster.

"Nou..." zuchtte Dima, keerde zich vervolgens naar de verkoopster en wierp haar een moordzuchtige blik toe, "ik geloof dat ik nu geen keus heb..."

Ik geloof niet in God.

Geloof je in het christendom?

Geloof je in feeën?

Geloof hem niet, hij liegt dat hij zwart ziet!

Ik geloof Naomi niet; ik denk dat ze liegt.

Geloof het of niet, ze heeft drie kinderen.

Geloof je wat hij zei?

Ik geloof niet in de mogelijkheid het probleem op een andere manier op te lossen.

Ik geloof niet dat dat kind helemaal alleen naar Tokio gekomen is.

Ik geloof in u.

Geloof jij in ufo's?

Het is de moeite niet waard te doen alsof ge mij zoudt doen geloven dat ik dingen geloof die gij niet gelooft.

Hij had iets dat ik niet had: geloof.

Ik geloof de godsdienst niet.

Ik geloof dat niet.

Ik geloof niet dat dat een goed gedacht is.

Wat hij ook zegt, geloof hem niet.

Haar geloof in God is erg sterk.

Geloof het of niet, maar Tom is zeventig jaar oud.

Ik geloof je.

Geloof is de dood van de intelligentie.

Geloof je in het bestaan van God?

Geloof mij. Ik word een nieuwe mens.

Geloof mij. Ik word een nieuwe man.

Ik geloof in deze leermethode.

Ik geloof in spoken.

Geloof in jezelf.

Ik geloof niet dat zij het zou verstaan.

Geloof doet wonderen!

Geloof me maar gewoon.

Ik geloof dat het morgen gaat sneeuwen.

Ik geloof dat dit het enige is wat ik voor je kan doen.

Ik geloof niet in het bestaan van God.

Geloof jij dat er leven na de dood bestaat?

Geloof me: voor jullie staat eens mens zonder bijzondere talenten, noch heel moedig, noch heel intelligent.

Waarom geloof jij niet in God?

Ik geloof dat hij te vertrouwen is.

Ik geloof niet dat hij advocaat is.

Op moeilijke momenten keerde ze weer terug naar haar geloof.

Ik geloof in de onsterfelijkheid van de ziel.

Ik geloof dat ik van je zal houden tot de dood.

Alles komt in orde, je kan het! Geloof in jezelf! Je bent al een fantastische zwemmer!

Ik geloof dat Elvis nog leeft.

Ik geloof dat hij hierheen komt.

Ik geloof dat ik het heb verstaan.

Ik geloof nog steeds dat het internet geen omgeving is voor kinderen.

Geloof hem niet.

Ik geloof geen woord van wat je zegt.

Ik geloof dit verhaal niet.

Geloof me of niet, maar ik ben deze keer niet sarcastisch.

Ik geloof dat Tom onschuldig is.

Indien gij een geloof hadt als een mosterdzaadje, niets zou u onmogelijk zijn.

Geloof in de gerechtigheid!

Ik geloof niet dat ik al dat werk vanmiddag zal klaar krijgen.

Geloof je echt in spoken?

Geloof je in spoken?

Geloof me toch eens!

Ik geloof in vriendschap op het eerste gezicht.

Ik geloof je gewoon niet.

Ik geloof niet dat hij een groot acteur is.

Ik geloof niet dat de Kerstman verzonnen is.

God zal je geloof op de proef stellen.

In de rots- en grotschilderingen komen elementen naar voren die de suggestie geven van een geloof van de primitieve mens in iets dat de fysieke dood overleeft.

Geloof je in engelen?

Geloof je je eigen ogen niet?

Het is, geloof ik, twee uur.

Ik geloof in God.

Geloof jij in God?

Hij geloof niet in God.

De daden van IS zijn misdaden tegen de menselijkheid en een schande voor het geloof dat de groep verkondigt.

Waarom geloof je Tom?

Ik geloof dat Tom helemaal gelijk heeft.

Ik geloof het wel!

Ik geloof dat ik gelijk heb.

Ik geloof dat het ook om deze redenen de hoogste tijd was voor een oplossing.

Ik geloof niet dat dit waar is.

Ik geloof niet dat dit klopt.

Ik geloof je niet.

Ik geloof dat ik alleen moet zijn.

Ik geloof dat hij nooit meer zal terugkomen.

Ze zeggen dat allemaal maar geen van allen geloof ik.

Geloof het of niet, het is de waarheid.

Ik geloof in het leven na de dood.

Ik geloof vast dat een nieuw begin mogelijk is.

Ik geloof niet dat hij altijd te laat aankomt.

Ik geloof dat zij geen antwoord heeft gekregen.

"Geloof jij dat liefde ook zonder een lichamelijke verhouding tot stand kan komen?" "Ja, natuurlijk. Al hang het waarschijnlijk wel van de ander af."

Ik geloof dat verhaal niet.

Also check out the following words: gestolen, fietsen, zes, brood, broden, plakje, ham, snijden, Sandra, neemt.