Dutch example sentences with "ga"

Learn how to use ga in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Het kan dat ik zo meteen opgeef en in plaats hiervan een dutje ga doen.

Ik ga niet terug.

Ik ga met de fiets naar het werk.

Ga naar school.

Ik ga lopend naar school.

Ik ga buiten spelen. Ga je mee?

Ik ga buiten spelen. Ga je mee?

Ik ga graag naar de bioscoop.

Ik ga.

Maak je geen zorgen, ik ga alleen.

Ik ga nog liever dood, dan dat ik me overgeef!

Ik ga nog liever dood, dan dat ik opgeef.

Ik ga hem neerschieten.

Dan ga ik wel sudokuspelen, in plaats van jou nog verder te storen.

Het is onvermijdelijk dat ik ooit een keer naar Frankrijk ga, ik weet alleen niet wanneer.

Ik ga een horrorfilm kijken.

Ik ga, zelfs al regent het.

Ik ga dood van de honger!

Ga naar de dokter om je recept te halen!

Wat ga je vanavond doen?

Ik ga bij mijn tante op Hawaï logeren.

Waar ga je heen?

Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriend wonen.

Ik weet mijn adres nog niet, ik ga een tijdje bij mijn vriendin wonen.

Soms ga ik lopend naar het werk en soms op de fiets, want ik woon heel dicht bij mijn werk.

Nee, ga zitten.

"Ga je vanmiddag studeren?" "Ja."

Als ze je niet ontvangen en niet luisteren naar je woorden, ga dan weg uit dat huis of die stad en stamp het stof van je voeten.

Drie kinderen grootbrengen én de kost verdienen is niet niks. Ga er maar aan staan als alleenstaande moeder!

Regen, regen, ga weg!

Ik ga douchen.

Papa, waar ga je heen?

's Avonds ga ik om tien uur naar bed.

Hmm. Ik heb het gevoel dat ik ga verdwalen, welke weg ik ook neem.

Ik ga gewoonlijk om vier uur naar huis.

Kom hier, meisje, ga zitten!

Alstublieft mevrouw, ga uw gang!

Ik ga er alleen heen.

Natuurlijk ga ik.

Ik ga iedere dag naar het werk.

's Zomers ga ik elke dag naar het zwembad.

Het heeft niks met mij te maken, staat gelijk aan dat ik hier niet hoef te zijn. Daarom ga ik hier weg, ongeacht wat er gezegd zal worden.

Onderweg naar huis ga ik even langs het postkantoor.

Om zeven uur ga ik naar school.

Ga slapen.

Daar ga ik mee akkoord, maar alleen onder één voorwaarde.

Ik ga leren.

Als jij er niet heen gaat, ga ik ook niet.

Ik ga elke dag per trein naar mijn werk.

Wat ga je met het geld doen, vroeg de politieagent.

Ga naar links!

Ik ga liever lopen dan met de fiets.

Ik ga morgen naar de tandarts.

Na de les ga ik tennissen.

Ik ga naar het park.

Ik ga beginnen.

Vanavond ga ik uit met Lisa.

Ik ga akkoord met het argument.

Ga en maak Mary wakker.

Ik ga naar school.

Ga Mary wakker maken.

Ga je dan niet?

Het kan gebeuren dat ik weldra opgeef en liever een dutje ga doen.

Ik ga naar de dokter.

Ga zeker onmiddellijk naar daar.

Ik ga een historische roman lezen.

Als het zo lichtjes regent, ga ik graag wandelen in een park.

Neen, ik ga nergens heen vannacht.

Als het vanavond regent, ga ik niet naar buiten.

Alleen ga ik niet naar de cinema, want na de film wens ik die graag te bespreken met iemand.

Ik ga me zo langzaamaan maar eens bedklaar maken.

Ik ga me bedklaar maken.

Vandaag ga ik weer naar een wedstrijd, alleen dan eerder dan gisteren.

Waarom ga je niet gewoon naar die meneer toe en vraag je het hem? Hij zal je heus niet opeten.

Misschien ga ik op reis naar een warme zeekust.

Ik ga vandaag de verwarming niet gebruiken.

Deze avond ga ik samen eten met mijn meest geliefde vriend.

Er kleven voor- en nadelen aan allebei je meningen, ik ga dus niet meteen besluiten welke te ondersteunen.

"Mag ik je potlood gebruiken?" "Natuurlijk, ga je gang."

Ga er maar aan staan!

Ga je naar de bioscoop?

Als het morgen regent ga ik niet picknicken.

Het wordt tijd dat ik weg ga.

Ik ga niet graag buiten zonder jasje op een zo koude dag.

Volgende maand ga ik naar Parijs.

Ga naar beneden en was u.

Ik ga liever met het vliegtuig.

Ik ga alle dagen naar school.

Ik ga mijn vriendinnen bezoeken.

Ik ga bij mijn vriend.

Ik ga tennis spelen.

Ik ga naar een griezelfilm kijken.

Morgen ga ik naar Parijs.

Ga niet weg, vrienden.

Ga je het opnieuw doen?

Ik voel dat ik ga flauwvallen.

Ik ga naar Tokio morgen.

Waarom ga je niet in mijn plaats?

Morgen ga ik, op voorwaarde dat gij mij vergezelt.

Ga niet buiten in die hitte zonder uw hoofd te bedekken.

Ik ga elke zondag naar de kerk.

Also check out the following words: alle, informatie, die, nodig, hebt, Blijf, zwemmen, tot, grens, zit.