Dutch example sentences with "beginnen"

Learn how to use beginnen in a Dutch sentence. Over 100 hand-picked examples.

Verbaasd zijn, zich verwonderen, is beginnen te begrijpen.

We beginnen dadelijk met het werk.

De lessen beginnen elke dag om negen uur.

Wat zou ik toch moeten beginnen zonder jou?

Het leek erop dat de ruzie eindelijk uitgepraat zou worden, toen Mark olie op het vuur gooide door te beginnen over de vraag wie de schuldige was.

Mag ik nu beginnen met eten?

Ik ga beginnen.

Laat het spel beginnen!

Je zou echt eens moeten beginnen te denken voor je jouw mond open doet. Je zou op die manier veel misverstanden kunnen vermijden.

Het leven is als ganzenborden: je kunt altijd opnieuw beginnen, tenzij je in de put blijft zitten.

Komt het je uit morgen met het werk te beginnen?

"Laten we de les vandaag beginnen met het boek op bladzijde 156", zei de leraar.

Je bent Esperanto beginnen te leren.

Een brief beginnen is altijd moeilijk.

Veel Amerikanen voelen zich ongemakkelijk bij een stilte, en ze beschouwen een stilte tijdens een gesprek als een teken dat ze zelf moeten beginnen te spreken.

Goed, laten we beginnen met ons werk.

We zouden enkele basisregels moeten vaststellen voor we eraan beginnen.

Om te beginnen gaan we met dokter Benjamin Burns praten.

Zoek goede raad alvorens te beginnen.

Om te beginnen moeten we beslissen over de naam.

Het is tijd om te beginnen.

Zijt ge klaar om te beginnen?

Het begon klaar te worden en stilaan kon men iets beginnen te zien.

Ge zoudt beter dadelijk beginnen.

Ge moet onmiddellijk beginnen.

Laten we bij het begin beginnen.

Laten we beginnen met les 10.

Laten we beginnen met de derde les.

We raadden hen aan om vroeg te beginnen.

Als we hier stoppen, moeten we helemaal opnieuw van nul beginnen!

Vanaf volgende week hebben we tussentijdse examens. Denk eraan dat voor de vragen die je dan krijgt een enkel nachtje blokken onvoldoende is. Je moet echt nu beginnen!

Laten we ruim op tijd beginnen. Ik neem niet graag risico's.

Laten we eraan beginnen.

Beginnen we eraan?

In oktober beginnen de bladeren te vallen.

Om te beginnen moet ik dit zeggen.

De vredesonderhandelingen beginnen deze week.

Zinnen beginnen met een hoofdletter.

Elk moment kan het beginnen te regenen.

We kunnen vanavond beginnen.

Mijn herinneringen van haar beginnen te verflauwen.

In Europa beginnen de scholen in september.

Ik weet niet waar te beginnen.

Het experiment moet beginnen.

Laten we beginnen met die vraag.

Laten we beginnen.

Kom, we beginnen eraan.

Hoe vroeger we beginnen, hoe vroeger we gedaan hebben.

Hij zei mij dat hij de volgende dag zou beginnen.

Ik ben golf beginnen te spelen, jaren geleden.

Waar beginnen wij?

Een trage leerling moet harder leren zodat zijn leraren niet aan zijn bekwaamheid beginnen te twijfelen.

"Wanneer kan men best beginnen met het leren van een vreemde taal?" - "Vandaag."

Op zijn minst in het Engels eindigen alle namen van de continenten met dezelfde letter als diegene waarmee zij beginnen.

Op welke straat mag ik beginnen?

Om te beginnen zou ik beide partijen moeten horen.

Over een week zullen de lessen weer beginnen.

Om te beginnen, moet je stoppen met roken.

Wanneer te beginnen is het grootste probleem.

We gaan niet beginnen voordat Bob er is.

De stenen van de muren beginnen los te gaan.

Wanneer zou je graag beginnen?

Wanneer wil je beginnen?

Kan je morgen beginnen?

Ze zullen de vergadering niet zonder ons beginnen.

In de stad beginnen de eerste geruchten al rond te gaan.

Waar zal ik mee beginnen?

We kunnen vandaag niet beginnen.

Laten we een nieuw leven beginnen.

Het is beginnen te sneeuwen.

Die bloemen beginnen in de lente te bloeien.

Als ik alles opnieuw moest beginnen, zou ik niets veranderen.

Zodra hij komt beginnen we.

We kunnen denk ik maar beter beginnen.

Volgens Tom moet ik met een schone lei beginnen.

Laten we maar gewoon beginnen.

Je moet beginnen met boeken die je makkelijk kan begrijpen.

We moeten meteen beginnen.

Het maakt niet uit hoe hard het regent, we beginnen morgen.

Opnieuw beginnen.

Het eerste woord in een Engelse zin moet met een hoofdletter beginnen.

We moeten ermee beginnen.

Beginnen is gemakkelijk, volhouden is een kunst.

Laten we met dit probleem beginnen.

Laten we met deze opgave beginnen.

Tom staat op het punt van te beginnen.

Bij schaken zijn het de witte die beginnen.

De vergadering zal beginnen.

Laten we met de gemakkelijkste vraag beginnen.

We beginnen met de vergadering als Bob komt.

Het zal niet beginnen voor acht uur dertig.

Je zou onmiddellijk moeten beginnen.

De lerares gaat dit jaar beginnen Engels te leren.

In het Duits beginnen alle zelfstandige naamwoorden met een hoofdletter.

Wilt u uw eigen restaurant beginnen?

De narcissen beginnen te verwelken.

We beginnen!

Wij houden u op de hoogte, als we eraan beginnen.

Dus, waar zullen we beginnen?

De herinneringen beginnen naar boven te komen.

Tom is klaar om te beginnen.

Also check out the following words: gevallen, waarin, regel, geldt, dacht, nieuwe, baan, zei, mezelf, idee.