warmen | conjugation

Dutch verb 'warmen' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou warmen
jij zou warmen
hij zou warmen
wij zouden warmen
jullie zouden warmen
zij zouden warmen
ik zou gewarmd hebben
jij zou gewarmd hebben
hij zou gewarmd hebben
wij zouden gewarmd hebben
jullie zouden gewarmd hebben
zij zouden gewarmd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik warm
jij warmt
hij warmt
wij warmen
jullie warmen
zij warmen
ik heb gewarmd
jij hebt gewarmd
hij heeft gewarmd
wij hebben gewarmd
jullie hebben gewarmd
zij hebben gewarmd
ik warmde
jij warmde
hij warmde
wij warmden
jullie warmden
zij warmden
ik had gewarmd
jij had gewarmd
hij had gewarmd
wij hadden gewarmd
jullie hadden gewarmd
zij hadden gewarmd
ik zal warmen
jij zult warmen
hij zal warmen
wij zullen warmen
jullie zullen warmen
zij zullen warmen
ik zal gewarmd hebben
jij zult gewarmd hebben
hij zal gewarmd hebben
wij zullen gewarmd hebben
jullie zullen gewarmd hebben
zij zullen gewarmd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij warm

Translation

Effortlessly translate warmen to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb