Dutch verb 'voorlezen' conjugated in all tenses and forms.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Get for freeik | zou voorlezen |
jij | zou voorlezen |
hij | zou voorlezen |
wij | zouden voorlezen |
jullie | zouden voorlezen |
zij | zouden voorlezen |
ik | zou voorgelezen hebben |
jij | zou voorgelezen hebben |
hij | zou voorgelezen hebben |
wij | zouden voorgelezen hebben |
jullie | zouden voorgelezen hebben |
zij | zouden voorgelezen hebben |
ik | lees voor |
jij | leest voor |
hij | leest voor |
wij | lezen voor |
jullie | lezen voor |
zij | lezen voor |
ik | heb voorgelezen |
jij | hebt voorgelezen |
hij | heeft voorgelezen |
wij | hebben voorgelezen |
jullie | hebben voorgelezen |
zij | hebben voorgelezen |
ik | las voor |
jij | las voor |
hij | las voor |
wij | lazen voor |
jullie | lazen voor |
zij | lazen voor |
ik | had voorgelezen |
jij | had voorgelezen |
hij | had voorgelezen |
wij | hadden voorgelezen |
jullie | hadden voorgelezen |
zij | hadden voorgelezen |
ik | zal voorlezen |
jij | zult voorlezen |
hij | zal voorlezen |
wij | zullen voorlezen |
jullie | zullen voorlezen |
zij | zullen voorlezen |
ik | zal voorgelezen hebben |
jij | zult voorgelezen hebben |
hij | zal voorgelezen hebben |
wij | zullen voorgelezen hebben |
jullie | zullen voorgelezen hebben |
zij | zullen voorgelezen hebben |
jij | lees voor |