ruiken | conjugation

Dutch verb 'ruiken' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou ruiken
jij zou ruiken
hij zou ruiken
wij zouden ruiken
jullie zouden ruiken
zij zouden ruiken
ik zou geroken hebben
jij zou geroken hebben
hij zou geroken hebben
wij zouden geroken hebben
jullie zouden geroken hebben
zij zouden geroken hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik ruik
jij ruikt
hij ruikt
wij ruiken
jullie ruiken
zij ruiken
ik heb geroken
jij hebt geroken
hij heeft geroken
wij hebben geroken
jullie hebben geroken
zij hebben geroken
ik rook
jij rook
hij rook
wij roken
jullie roken
zij roken
ik had geroken
jij had geroken
hij had geroken
wij hadden geroken
jullie hadden geroken
zij hadden geroken
ik zal ruiken
jij zult ruiken
hij zal ruiken
wij zullen ruiken
jullie zullen ruiken
zij zullen ruiken
ik zal geroken hebben
jij zult geroken hebben
hij zal geroken hebben
wij zullen geroken hebben
jullie zullen geroken hebben
zij zullen geroken hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij ruik

Translation

Effortlessly translate ruiken to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb