roken | conjugation

Dutch verb 'roken' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou roken
jij zou roken
hij zou roken
wij zouden roken
jullie zouden roken
zij zouden roken
ik zou gerookt hebben
jij zou gerookt hebben
hij zou gerookt hebben
wij zouden gerookt hebben
jullie zouden gerookt hebben
zij zouden gerookt hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik rook
jij rookt
hij rookt
wij roken
jullie roken
zij roken
ik heb gerookt
jij hebt gerookt
hij heeft gerookt
wij hebben gerookt
jullie hebben gerookt
zij hebben gerookt
ik rookte
jij rookte
hij rookte
wij rookten
jullie rookten
zij rookten
ik had gerookt
jij had gerookt
hij had gerookt
wij hadden gerookt
jullie hadden gerookt
zij hadden gerookt
ik zal roken
jij zult roken
hij zal roken
wij zullen roken
jullie zullen roken
zij zullen roken
ik zal gerookt hebben
jij zult gerookt hebben
hij zal gerookt hebben
wij zullen gerookt hebben
jullie zullen gerookt hebben
zij zullen gerookt hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij rook

Translation

Effortlessly translate roken to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb