plakken | conjugation

Dutch verb 'plakken' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou plakken
jij zou plakken
hij zou plakken
wij zouden plakken
jullie zouden plakken
zij zouden plakken
ik zou geplakt hebben
jij zou geplakt hebben
hij zou geplakt hebben
wij zouden geplakt hebben
jullie zouden geplakt hebben
zij zouden geplakt hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik plak
jij plakt
hij plakt
wij plakken
jullie plakken
zij plakken
ik heb geplakt
jij hebt geplakt
hij heeft geplakt
wij hebben geplakt
jullie hebben geplakt
zij hebben geplakt
ik plakte
jij plakte
hij plakte
wij plakten
jullie plakten
zij plakten
ik had geplakt
jij had geplakt
hij had geplakt
wij hadden geplakt
jullie hadden geplakt
zij hadden geplakt
ik zal plakken
jij zult plakken
hij zal plakken
wij zullen plakken
jullie zullen plakken
zij zullen plakken
ik zal geplakt hebben
jij zult geplakt hebben
hij zal geplakt hebben
wij zullen geplakt hebben
jullie zullen geplakt hebben
zij zullen geplakt hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij plak

Translation

Effortlessly translate plakken to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb