helpen | conjugation

Dutch verb 'helpen' conjugated in all tenses and forms.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.

try for free

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Learning Dutch?

Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.

Get for free

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou helpen
jij zou helpen
hij zou helpen
wij zouden helpen
jullie zouden helpen
zij zouden helpen
ik zou geholpen hebben
jij zou geholpen hebben
hij zou geholpen hebben
wij zouden geholpen hebben
jullie zouden geholpen hebben
zij zouden geholpen hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik help
jij helpt
hij helpt
wij helpen
jullie helpen
zij helpen
ik heb geholpen
jij hebt geholpen
hij heeft geholpen
wij hebben geholpen
jullie hebben geholpen
zij hebben geholpen
ik hielp
jij hielp
hij hielp
wij hielpen
jullie hielpen
zij hielpen
ik had geholpen
jij had geholpen
hij had geholpen
wij hadden geholpen
jullie hadden geholpen
zij hadden geholpen
ik zal helpen
jij zult helpen
hij zal helpen
wij zullen helpen
jullie zullen helpen
zij zullen helpen
ik zal geholpen hebben
jij zult geholpen hebben
hij zal geholpen hebben
wij zullen geholpen hebben
jullie zullen geholpen hebben
zij zullen geholpen hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij help

Translation

Effortlessly translate helpen to English, Spanish, German, French, Portuguese, Russian, Chinese, and 96 other languages.

← Conjugate another Dutch verb