Dutch verb 'aantijgen' conjugated in all tenses and forms.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using Macs. Translate websites, Netflix subtitles, or anything else between Dutch and 102 languages with just a double click, check synonyms, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners with a 7-day trial.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Elegantly translate text and speech in any app between Dutch and 102 other languages, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Replace Google Translate with Mate! We beautifully designed Mate for language learners using . Translate websites and Netflix subtitles between Dutch and 102 languages with a double click, learn pronunciation, make a Phrasebook. Join 800,000 other learners.
Get for freeik | zou aantijgen |
jij | zou aantijgen |
hij | zou aantijgen |
wij | zouden aantijgen |
jullie | zouden aantijgen |
zij | zouden aantijgen |
ik | zou aangetogen; aangetegen hebben |
jij | zou aangetogen; aangetegen hebben |
hij | zou aangetogen; aangetegen hebben |
wij | zouden aangetogen; aangetegen hebben |
jullie | zouden aangetogen; aangetegen hebben |
zij | zouden aangetogen; aangetegen hebben |
ik | tijg aan |
jij | tijgt aan |
hij | tijgt aan |
wij | tijgen aan |
jullie | tijgen aan |
zij | tijgen aan |
ik | heb aangetogen; aangetegen |
jij | hebt aangetogen; aangetegen |
hij | heeft aangetogen; aangetegen |
wij | hebben aangetogen; aangetegen |
jullie | hebben aangetogen; aangetegen |
zij | hebben aangetogen; aangetegen |
ik | toog aan |
jij | toog aan |
hij | toog aan |
wij | togen aan |
jullie | togen aan |
zij | togen aan |
ik | had aangetogen; aangetegen |
jij | had aangetogen; aangetegen |
hij | had aangetogen; aangetegen |
wij | hadden aangetogen; aangetegen |
jullie | hadden aangetogen; aangetegen |
zij | hadden aangetogen; aangetegen |
ik | zal aantijgen |
jij | zult aantijgen |
hij | zal aantijgen |
wij | zullen aantijgen |
jullie | zullen aantijgen |
zij | zullen aantijgen |
ik | zal aangetogen; aangetegen hebben |
jij | zult aangetogen; aangetegen hebben |
hij | zal aangetogen; aangetegen hebben |
wij | zullen aangetogen; aangetegen hebben |
jullie | zullen aangetogen; aangetegen hebben |
zij | zullen aangetogen; aangetegen hebben |
jij | tijg aan |