werken | conjugaison

'werken' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou werken
jij zou werken
hij zou werken
wij zouden werken
jullie zouden werken
zij zouden werken
ik zou gewerkt; gewrocht hebben
jij zou gewerkt; gewrocht hebben
hij zou gewerkt; gewrocht hebben
wij zouden gewerkt; gewrocht hebben
jullie zouden gewerkt; gewrocht hebben
zij zouden gewerkt; gewrocht hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik werk
jij werkt
hij werkt
wij werken
jullie werken
zij werken
ik heb gewerkt; gewrocht
jij hebt gewerkt; gewrocht
hij heeft gewerkt; gewrocht
wij hebben gewerkt; gewrocht
jullie hebben gewerkt; gewrocht
zij hebben gewerkt; gewrocht
ik werkte
jij werkte
hij werkte
wij werkten
jullie werkten
zij werkten
ik had gewerkt; gewrocht
jij had gewerkt; gewrocht
hij had gewerkt; gewrocht
wij hadden gewerkt; gewrocht
jullie hadden gewerkt; gewrocht
zij hadden gewerkt; gewrocht
ik zal werken
jij zult werken
hij zal werken
wij zullen werken
jullie zullen werken
zij zullen werken
ik zal gewerkt; gewrocht hebben
jij zult gewerkt; gewrocht hebben
hij zal gewerkt; gewrocht hebben
wij zullen gewerkt; gewrocht hebben
jullie zullen gewerkt; gewrocht hebben
zij zullen gewerkt; gewrocht hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij werk

Traduction

Traduisez sans effort werken en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais