gijzelen | conjugaison

'gijzelen' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou gijzelen
jij zou gijzelen
hij zou gijzelen
wij zouden gijzelen
jullie zouden gijzelen
zij zouden gijzelen
ik zou gegijzeld hebben
jij zou gegijzeld hebben
hij zou gegijzeld hebben
wij zouden gegijzeld hebben
jullie zouden gegijzeld hebben
zij zouden gegijzeld hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik gijzel
jij gijzelt
hij gijzelt
wij gijzelen
jullie gijzelen
zij gijzelen
ik heb gegijzeld
jij hebt gegijzeld
hij heeft gegijzeld
wij hebben gegijzeld
jullie hebben gegijzeld
zij hebben gegijzeld
ik gijzelde
jij gijzelde
hij gijzelde
wij gijzelden
jullie gijzelden
zij gijzelden
ik had gegijzeld
jij had gegijzeld
hij had gegijzeld
wij hadden gegijzeld
jullie hadden gegijzeld
zij hadden gegijzeld
ik zal gijzelen
jij zult gijzelen
hij zal gijzelen
wij zullen gijzelen
jullie zullen gijzelen
zij zullen gijzelen
ik zal gegijzeld hebben
jij zult gegijzeld hebben
hij zal gegijzeld hebben
wij zullen gegijzeld hebben
jullie zullen gegijzeld hebben
zij zullen gegijzeld hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij gijzel

Traduction

Traduisez sans effort gijzelen en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais