adresseren | conjugaison

'adresseren' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.

Essayez gratuitement

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Vous apprenez la langue néerlandais?

Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.

Installez gratuitement

Conditional

Imperfect
Perfect
ik zou adresseren
jij zou adresseren
hij zou adresseren
wij zouden adresseren
jullie zouden adresseren
zij zouden adresseren
ik zou geadresseerd hebben
jij zou geadresseerd hebben
hij zou geadresseerd hebben
wij zouden geadresseerd hebben
jullie zouden geadresseerd hebben
zij zouden geadresseerd hebben

Indicative - Aantonende wijs

Present
Present Perfect
Past
Past Perfect
Future
Future Perfect
ik adresseer
jij adresseert
hij adresseert
wij adresseren
jullie adresseren
zij adresseren
ik heb geadresseerd
jij hebt geadresseerd
hij heeft geadresseerd
wij hebben geadresseerd
jullie hebben geadresseerd
zij hebben geadresseerd
ik adresseerde
jij adresseerde
hij adresseerde
wij adresseerden
jullie adresseerden
zij adresseerden
ik had geadresseerd
jij had geadresseerd
hij had geadresseerd
wij hadden geadresseerd
jullie hadden geadresseerd
zij hadden geadresseerd
ik zal adresseren
jij zult adresseren
hij zal adresseren
wij zullen adresseren
jullie zullen adresseren
zij zullen adresseren
ik zal geadresseerd hebben
jij zult geadresseerd hebben
hij zal geadresseerd hebben
wij zullen geadresseerd hebben
jullie zullen geadresseerd hebben
zij zullen geadresseerd hebben

Imperative - Gebiedende wijs

jij adresseer

Traduction

Traduisez sans effort adresseren en anglais, espagnol, allemand, portugais, russe, chinois, et 97 autres langues.

← Conjuguer un autre verbe néerlandais