'aanstrijken' verbe néerlandais conjugué dans tous les temps et formes.
Remplacez Google Translate par Mate ! Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent des Mac. Traduire les sites Web, les sous-titres Netflix, ou tout autre chose en néerlandais et 102 autres langues en un double-clic, vérifier les synonymes, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants avec un essai de 7 jours.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un smartphone. Traduisez élégamment du texte et de la parole en néerlandais et 102 autres langues, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Remplacez Google Translate par Mate Nous avons magnifiquement conçu Mate pour les apprenants de langue qui utilisent un navigateur. Traduire les sites web et les sous-titres Netflix en néerlandais et 102 langues en un double-clic, apprenez la prononciation, faites votre lexique. Rejoignez 800 000 autres apprenants.
Installez gratuitementik | zou aanstrijken |
jij | zou aanstrijken |
hij | zou aanstrijken |
wij | zouden aanstrijken |
jullie | zouden aanstrijken |
zij | zouden aanstrijken |
ik | zou aangestreken hebben; zijn |
jij | zou aangestreken hebben; zijn |
hij | zou aangestreken hebben; zijn |
wij | zouden aangestreken hebben; zijn |
jullie | zouden aangestreken hebben; zijn |
zij | zouden aangestreken hebben; zijn |
ik | strijk aan |
jij | strijkt aan |
hij | strijkt aan |
wij | strijken aan |
jullie | strijken aan |
zij | strijken aan |
ik | heb aangestreken; ben aangestreken |
jij | hebt aangestreken; bent aangestreken |
hij | heeft aangestreken; is aangestreken |
wij | hebben aangestreken; zijn aangestreken |
jullie | hebben aangestreken; zijn aangestreken |
zij | hebben aangestreken; zijn aangestreken |
ik | streek aan |
jij | streek aan |
hij | streek aan |
wij | streken aan |
jullie | streken aan |
zij | streken aan |
ik | had aangestreken; was aangestreken |
jij | had aangestreken; was aangestreken |
hij | had aangestreken; was aangestreken |
wij | hadden aangestreken; waren aangestreken |
jullie | hadden aangestreken; waren aangestreken |
zij | hadden aangestreken; waren aangestreken |
ik | zal aanstrijken |
jij | zult aanstrijken |
hij | zal aanstrijken |
wij | zullen aanstrijken |
jullie | zullen aanstrijken |
zij | zullen aanstrijken |
ik | zal aangestreken hebben; zijn |
jij | zult aangestreken hebben; zijn |
hij | zal aangestreken hebben; zijn |
wij | zullen aangestreken hebben; zijn |
jullie | zullen aangestreken hebben; zijn |
zij | zullen aangestreken hebben; zijn |
jij | strijk aan |